Saturday 29 September 2012

College #5 + #6: Paradigmatische Analyse

Vanuit de semiotiek (1) van de afgelopen weken zetten we nu een stap richting het bekijken van beelduitingen. Hoe kunnen we deze vanuit een wetenschappelijk standpunt bekijken? Een manier om naar een film, serie of andere vorm van bewegende beelden te kijken is door middel van paradigmatische analyse.

Paradigmatische Analyse
Voordat we inhoudelijk naar de paradigmatische analyse kunnen kijken zullen we eerst moeten definiëren wat dit inhoudt. Peirce maakt een semiotisch onderscheid tussen drie categorieën waarmee alles in de wereld beschreven kan worden: firstness, secondness en thirdness (2). Samengevat betekent dit (3):
(4)
  • Firstness: de wereld van de mogelijkheden
  • Secondness: de feitelijke keuze, de actie
  • Thirdness: patronen, gewoontes, de daaropvolgende wetmatigheid
Volgens dit principe kunnen we een paradigma beschrijven als firstness, en een syntagma (een term die ook bij de paradigmatische analyse hoort) als secondness. Een paradigma is dus een deel, een bouwsteen van de uiting. Het syntagma is de combinatie van paradigma´s die daadwerkelijk wordt gebruikt. Als illustratie: de blokkentoren hiernaast is bijvoorbeeld opgebouwd uit verschillende paradigma´s. Er is een grote keus aan blokken, er zijn gele, groene, blauwe en rode. Hiernaast zijn er van elk één gebruikt, in een bepaalde volgorde. Deze blokken die gebruikt worden en de volgorde waarin ze op elkaar gestapeld zijn is de syntagma.

Bij de paradigmatische analyse wordt dus een uiting stukje voor stukje bekeken, om te proberen zo sec mogelijk tot een uitspraak over deze uiting te komen.

Kritiek
Het is echter onmogelijk om een culturele uiting volledig objectief te beschrijven. Om dit probleem te illustreren grijpen we terug op een illustratie die meerdere malen in de colleges Beeldcultuur is terug gekomen (3).
(5)

Iedere keer dat we een gedachte, iets wat we zien, een cultuuruiting, beschrijven doorgaan we de cirkel object > teken > interpretant. Het is onmogelijk om vanuit een object direct tot interpretant te gaan. Dat betekent dat een object altijd door tekens zal moeten worden omschreven die vervolgens altijd door een persoon worden geïnterpreteerd. Hier ontstaat het fundamentele probleem dat door ieder mens een beeld of cultuuruiting altijd anders zal worden omschreven. Zelfs bij het beschrijven van een allerkleinste eenheid zal de woordkeuze, en dus ook de interpretant, verschillen. Hierbij kan er dus nagedacht worden in hoeverre het dan betekenis heeft om deze kleinste elementen zo sec mogelijk te beschrijven.

Analyse van Black Swan

Aan de hand van een scene uit de film Black Swan (2010) zal ik een paradigmatische analyse geven. Black Swan is een psychologische thriller die balletdanseres Nina volgt. Nina krijgt de kans om Het Zwanenmeer te dansen, maar voor de rol van de zwarte zwaan Odile moet ze loskomen en meer gevoel in haar dans leggen. Des te meer ze zichzelf "los laat" blijkt dat haar terughoudendheid het enige was wat tussen haar en haar waanzin in stond.

In dit fragment zien we Nina de opening van Het Zwanenmeer dansen als princes Odette.



Muziek leidt de scene in - het beeld blijft zwart. Pas na enkele noten zien we de ballerina Nina verschijnen. Ze staat in het midden van het beeld en er is een groot deel van haar omgeving te zien. Dit zou een establishing shot kunnen zijn, ware het niet dat de gehele omgeving zwart blijft. Dit is zeer opvallend; de uitvoering is in een grote zaal waar honderden mensen in zitten, maar in deze gehele scene komen zij niet in beeld. Er wordt volledig gefocust op Nina.

Na het establishing shot wordt er op Nina's voeten ingezoomd, die we volgen terwijl zij over de vloer heen danst. De nadruk op haar voeten (we volgen haar voeten voor wel 20 sec, waarna pas weer haar lichaam langzaam in beeld komt) kan wijzen op Nina's controle en vasthoudendheid. Ook is het opvallend dat ze in en uit de spotlight danst - op het randje van licht en duisternis. Deze lijn kan ook doorgetrokken worden naar haar geestelijke gezondheid; ze bevindt zich op de afgrond van waanzin.

Dan verschijnt de zwarte prins en beweegt de camera mee over zijn schouder. Vanaf dat moment horen we ook geluiden die niet alleen met de muziek te maken hebben: een zucht van Nina, de luchtverplaatsing als ze zich omdraait. We horen haar ademen, ze is niet meer de afstandelijke perfecte ballerina. De scene krijgt een surrealistisch karakter als de prins opeens van gedaante verandert in een soort van duistere vogelverschrikker. Vanaf dat moment worden zowel de muziek als de camerabewegingen erratischer en drukker, en krijgen we steeds meer glimpsen van Nina's gezicht die in paniek lijkt te raken. Als de prins uit het beeld verdwijnt blijft de camera op Nina's gezicht gefocust, totdat ze als een zwaan wegtrippelt. Op het ritme van de beweging van haar armen horen we het geruis van vleugels, een ander teken dat er iets niet helemaal klopt aan de scene. Op het einde fade het beeld terug naar zwart.

Bronnenlijst:

1. Celine Frohn, 2012 http://beeldcultuurceline.blogspot.nl/2012/09/college-3-semiotiek.html
2. Peirce, 1904
3. College Beeldcultuur, Universiteit van Tilburg
4. Origineel http://www.lockfast.nl/nl/index.php?p=90 Bekeken op 29-09-2012
5. Naar Van Driel, 2004

***

Zelfbeoordeling
Als een cijfer voor mijn blog zou ik mezelf een 7 geven. Ik begrijp de lesstof goed, en zoek hier vaak ook nog extra informatie over op. Ook heb ik alle kritiek die ik heb gekregen direct in mijn blog verwerkt (geen bronvermelding, meer plaatjes, kortere regels, tussenkopjes gebruiken). In de komende weken ga ik streven door middel van kritisch tegenover de leerstof te staan mijn blog te verbeteren tot een 8.

Sunday 16 September 2012

College #3 + #4: Semiotiek

Hoe komen tekens tot stand? Hoe kennen wij betekenis toe aan verkeersborden, aan pictogrammen op het vliegveld, of gewoon in de Nederlandse taal? Hier denken we normaal niet over na, omdat het voor ons een automatisch proces is om aan een bepaald teken een betekenis te geven. Als iemand een hand opsteekt, gaan we er in de meeste gevallen vanuit dat dit een teken is voor een begroeting. Dit zelfde gebaar kan echter ook geïnterpreteerd worden als een teken tot stoppen. De studie die zich bezig houdt met definities van de begrippen "teken" en "betekenis" is de semiotiek. In de woorden van Parret: "Het object van de semiotiek is het oprijzen van de betekenis". (1)

Tekens
Voordat we verder inhoudelijk kunnen kijken naar de begripsvorming, zullen we eerst tot een definitie van een teken moeten komen. (2)(3) Voor de hand liggend is dat een teken waarneembaar moet zijn. Dit betekent echter niet dat het teken voor iedereen als een teken zodanig herkenbaar hoeft te zijn. Zo kan iemand die heel analytisch een film bekijkt bepaalde dingen opvallen, waar een leek volledig langs kijkt.

(4)

Een volgend eigenschap van een teken is dat het verwijst naar een afwezige. Een heel simpel voorbeeld hiervan is een foto van een persoon. Deze persoon bevindt zich op dit moment (hoogstwaarschijnlijk) niet meer waar de foto was genomen. De afbeelding verwijst slechts naar een moment dat deze persoon daadwerkelijk voor de camera stond.

De derde eigenschap van een teken is dat het een betekenis heeft voor een bepaalde groep mensen. Dit kan ook een groep van slechts één persoon zijn maar ook de mensheid in z'n algemeen. Bij deze groep mensen zal dit teken dus een reactie oproepen. Een schematische voorstelling van de verbanden tussen deze begrippen is hierbeneden weergegeven.

(5)

Analyse
Een manier om tekens te analyseren is door referentiële analyse. Tekens staan voor een afwezige, ook wel de referent genoemd. Er zijn drie mogelijke verbanden die er tussen het teken en de referent kunnen staan. De volgende tabel geeft deze drie mogelijkheden weer.

(6)
Iconische Relatie
De iconische relatie tussen teken en referent is de meest universele van de drie. De relatie is gebaseerd op gelijkenis en tekens krijgen hun betekenis doordat ze op verschillende vlakken op de referent lijken. Een voorbeeld van iconen vinden we in tekeningen, pictogrammen of foto's.

Indexicale Relatie
Bij een indexicale relatie wordt er niet een beroep gedaan op het op elkaar lijken van teken en referent, maar op het feit dat teken en referent nabij zijn aan elkaar. Denk hier bijvoorbeeld aan rook. Als we rook waarnemen zien we dit vaak als tegen van vuur, omdat rook de oorzaak is van een vuur. 

Symbolische Relatie
De symbolische relatie baseert zich op afspraken. Tussen teken en afwezige is geen uiterlijk noch feitelijk verband. Het beste voorbeeld hiervan is taal. Behalve bij onomatopeën is er geen verband tussen het woord en het object waarnaar verwezen wordt. Deze verbanden kunnen slechts aangeleerd worden en door eigen ervaringen met de wereld te interpreteren, zoals bij indexicale en iconische tekens het geval is.

Combinatie van Relaties
Het is echter niet zo dat een teken slecht puur een van deze relaties kan vertonen. Terugkerend op het voorbeeld van een foto, kan deze vanuit zowel een iconisch als een indexicaal perspectief bekeken worden. Het iconische perspectief is hierboven al besproken. Een indexicaal kenmerk zou kunnen zijn dat de foto verwijst naar het feit dat er op een bepaald moment een fotograaf heeft moeten zijn geweest die deze foto heeft genomen. Deze fotograaf wordt niet afgebeeld, maar is de oorzaak van de foto. Deze relatie is dus indexicaal en niet iconisch.

Vaak zijn tekens dus niet simpelweg in een van de drie categorieën in te delen. Het komt voor dat er een referent zelfs naar alle drie deze relaties verwijzen. Een veel voorkomend voorbeeld is een foto die representatief is geworden voor een bepaalde historische gebeurtenis.

(7)
Deze afbeelding van Hitler verwijst in de eerste plaats naar Hitler zelf. Hij heeft op een bepaald moment in deze houding voor de camera gestaan, en deze afbeelding lijkt zeer op hoe hij er toen bij stond. Dit geeft een iconische relatie weer. Niet afgebeeld is de fotograaf. Toch nemen we aan dat er op dit vastgelegde moment zich er een persoon achter de camera bevond en deze foto heeft gemaakt. Dit is een voorbeeld van een indexicale relatie bij deze foto. De symbolische relatie is altijd een stuk abstracter dan de iconische of indexicale. De afwezige staat ver weg van het teken en heeft slechts door conventies betekenis gekregen. In dit geval zijn er een aantal tekens die een symbolische relatie hebben met het nationaalsocialisme: het hakenkruis op Hitler's arm en de Hitlergroet.


Bronvermelding

1. Parret, 1991
2. Naar Van Driel 2004
3. College Beeldcultuur, 2012
4. Bewerkt Celine Frohn, 2012 (Origineel http://www.fakeposters.com/posters/when-you-see-it-vader/ bekeken op 16-09-2012)
5. Naar Van Driel 2004
6. Celine Frohn, 2012 (Naar Van Driel 2004)
7. Bekeken op 16-09-2012 http://www.jewishvirtuallibrary.org/jsource/Holocaust/hitler.html

Saturday 8 September 2012

College #2: Verschuivende Wereldbeelden

Voordat er computers waren, voordat er überhaupt pennen en potloden waren, of enige andere vorm van schrijfgerei, communiceerden mensen uitsluitend met woorden en gebaren (College Beeldcultuur, 2012). In deze orale cultuur was het nú en niet het verleden belangrijk. Met de opkomst van het schrift vond er een verschuiving plaats in de manier van leven en communiceren. Anno 2012 vindt er weer een nieuwe verschuiving plaats; die van een schrift- (of beeld)cultuur naar een digitale cultuur.

Orale Cultuur
Een cultuur die gebaseerd is op het mondeling overdragen van informatie, zal waarschijnlijk ook zijn ingericht op een manier die hierbij past. Door middel van een literatuuronderzoek heeft Willemen een beeld geschetst van een orale cultuur en de mensen hierin (1). In dit literatuuronderzoek benoemt hij een aantal kenmerken waarvan er hieronder een aantal worden uitgezet tegen de kenmerken van een schrift- en beeldcultuur (2).


Schrift- en Beeldcultuur
Een aantal kenmerken van een beeldcultuur worden hierboven al beschreven, zoals deze worden vermeld door Van Driel (3). Door het gemak van het schrift is het niet meer nodig om ons langetermijngeheugen te trainen zoals bij een orale cultuur het geval is. Hiervoor in de plaats zijn andere vaardigheden gekomen: produceren en interpreteren van geschreven teksten. Dit fenomeen van een aantal intellectuele vaardigheden externaliseren beginnen we ook waar te nemen bij de verandering van een beeldcultuur naar een digitale cultuur.

Pad naar een Digitale Cultuur
Sinds de komst van het internet hebben we toegang tot een oneindige stroom kennis, altijd en overal. Om hiermee om te kunnen gaan moeten we een nieuwe set vaardigheden ontwikkelen, namelijk die van het informatie sorteren, beoordelen en bekritiseren. Door continue ontwikkelingen op digitaal vlak nemen computers dit ordenen van informatie voor een deel van ons over. Een voorbeeld van zo'n "slimme zoekmachine" is Izito, een zoekmachine die meerdere zoekmachines combineert en vervolgens de belangrijkste resultaten voor je op een rijtje zet (4).

Volgens de theorie van Van Driel zou er dus een soort van "leegte" in onze hersenen komen, die we kunnen gebruiken om andere vaardigheden te leren. Het lijkt erop dat het multitasken deze leegte zal opvullen. Vooral jongeren staan er nog wel eens om bekend om tegelijk een computerspel open te hebben staan, met hun groepsgenoten communiceren via social media, met een mooi muziekje op, en beweren zich prima te kunnen concentreren op hun huiswerk.

Multitasken
Maar is dit multitasken eigenlijk wel zo efficiënt? Volgens het onderzoek van Stroop, wat een standaard in de psychologie is geworden wordt er aangetoond dat het menselijk brein niet moeiteloos tussen taken kan schakelen (5). Het kan slechts één taak tegelijk verrichten, en als het wordt geconfronteerd met een aantal taken tegelijk, voert het eerst geautomatiseerde taken uit en vervolgens pas de taken die echt denkwerk vereisen. In een artikel over dit fenomeen in de Elsevier wordt het gevolg van multitasken op de werkvloer samengevat (6).


Discussie
Het is duidelijk dat er meer contemporain onderzoek over dit onderwerp nodig is voordat er een uitspraak kan worden gedaan over de effecten van multitasken. Het onderzoek van Stroop is meer dan zeventig jaar oud en mogelijk niet meer relevant in deze tijd. Misschien kunnen de kinderen van deze digitale tijd daadwerkelijk meerdere taken tegelijk vervullen, in tegenstelling tot hun voorouders die nog uit de beeldcultuur stammen. Of het is inderdaad maar schijn dat multitasken werkt, en kunnen we beter terug naar het één voor één vervullen van onze taken. Het enige wat ik zeker weet is dat ik tijdens het schrijven van deze blog heerlijk heb genoten van een CD en zonder het verliezen van mijn concentratie de persoonlijke blog van een vriend heb gelezen.

Bronnenlijst:

1. Willemen, 2004
2. Frohn, 2012
3. Van Driel, 2001
4. Bekeken op 08-09-2012 http://www.izito.nl/?sttname=about
5. Stroop, 1935
6. Bekeken op 08-09-2012 http://www.elsevier.nl/web/Stijl/Gezondheid-Gezin/Gezin/57411/Multitasken-Alles-tegelijk-doen-werkt-niet.htm