Saturday 21 June 2014

Eindevaluatie

Het semester is weer voorbij, en hiermee ook de cursus Mediawijsheid. In deze blog kijk ik terug op mijn nulmeting, en geef ik mezelf uiteindelijk een punt. 

Oordeelsvorming

Met betrekking tot de oordeelsvorming staat kritisch denken centraal. Kritisch denken over mijn eigen werk kan ik heel goed - ik eis veel van mezelf, vooral bij mijn blogs. Dit toepassen op andere studenten blijft lastig, hoewel ik wel een paar keer heb geoefend om feedback te geven. Ik ben er wel op vooruit gegaan, maar het kan nog beter.

Dat ik tot een gewogen oordeel kan komen over concepten van een veranderende samenleving laat ik vooral zien in mijn blog over privacy. Hoewel ik feedback kreeg dat ik nog wat meer mijn eigen mening aan het stuk toe mocht voegen, vond ik dat het stuk mijn standpunt over privacy vrij duidelijk naar voren bracht. In plaats van te praten over wat ik persoonlijk vond, onderbouwde ik mijn standpunt met argumenten - wat naar mijn mening tot een sterker betoog leidt.

Met betrekking tot het mezelf beoordelen in het kader van de geformuleerde leerdoelen - ik ga ervanuit dat ik hier capabel voor ben, anders zou deze evaluatie een nutteloze exercitie zijn.

Communicatie

Mijn voornaamste doel met betrekking tot communicatie was om minder stil te zijn in groepsverband. Vooral bij het voorbereiden van het college wilde ik meer inbreng geven. Dit is naar mijn gevoel heel goed gegaan, ik had niet het gevoel dat ik minder praatte dan mijn andere groepsgenoten. Ook de communicatie buiten de vergaderingen om gingen goed.

Hiermee samen hangt dat ik ook actiever wilde zijn in de klas. Hoewel we allemaal de middelbare school al lang achter ons hebben liggen, blijft er een soort van cultuur waarbij het "niet cool" is je hand op te steken. Aangezien het juist het doel van de cursus is dat studenten ook bijdragen aan de colleges, heb ik geprobeerd meer deel te nemen in de discussies en kritische vragen te stellen. Naar mijn mening is dit heel goed gelukt.

Ook met de presentatievormen ben ik uit mijn "comfort zone" gegaan. Het format blog ben ik niet vies van (op mijn boeken-blog heb ik er al onderhand 800 geschreven), maar de stap maken naar een beargumenteerde academische blog kostte moeite. Om mijn blogs te verbeteren heb ik vooral gebruik gemaakt van abstractiseringen van de theorie in de vorm van plaatjes, bijvoorbeeld in mijn blog over de indie auteur. Ik ben heel erg bekend met het geschreven woord, maar visualisaties zijn in deze digitale samenleving ook ongelofelijk belangrijk. Vandaar dat ik ervoor heb gekozen mijn eindproject in een video-vorm te gieten, in plaats van het traditionele paper.

Leervaardigheden

Met betrekking tot de leervaardigheden maakte ik me zorgen over het project-gebaseerd werken. Plannen en werk verdelen is iets waar ik altijd moeite mee heb, vooral als er geen deadlines gesteld worden. Het is me gelukt om de blogs te spreiden, en er één per maand te schrijven in plaats van ze allemaal in juni in elkaar te flansen. Ook het bijhouden van het eindproject ging relatief goed. Hoewel ik wat complicaties tegen kwam, haalde ik met het verplaatsen van de deadline het prima om de veranderingen aan te brengen. Behalve projectmatig werken heb ik ook ervaring opgedaan met Sony Movie Studio 13 Platinum, Adobe Premiere Pro, Adobe Photoshop CS5.

Conclusie

Even een korte opsomming van plus en minpunten:
+ actief geparticipeerd in de les en binnen de collegegroep
+ gewerkt aan visualisatie
+ het tempo goed bijgehouden en niet alles tot het laatste laten zitten
+ creatief omgegaan met de leerstof
- soms is het moeilijk om net die éne stap verder te denken
- geef vaak toch nog sociaal wenselijke feedback, of probeer het lief in te pakken

Als een eindcijfer stel ik een 8 voor.

Thursday 12 June 2014

Mediawijsheid #3: De ultieme duizendpoot-ondernemer - de indie auteur

In het college Mediawijsheid met betrekking op cultureel ondernemersschap, waren er drie gastsprekers die iets over hun eigen ervaringen in deze sector vertelden. Een culturele sector die mij heel erg aanspreekt is de uitgeverijwereld, en de veranderingen die op het moment op aan het treden zijn daarin. Er is een grote opkomst van de indie auteurs, onafhankelijke auteurs die zelf hun boek publiceren. In een eerdere blog werp ik een kritische blik op de voor- een nadelen van self-published boeken. In deze blog ga ik op een abstracter niveau bekijken op welke vlakken traditioneel gepubliceerde en onafhankelijk gepubliceerde boeken nou echt verschillen, en maak ik een koppeling met mijn eindproject.

Wat is een indie auteur?
Een indie auteur is niet een mislukte schrijver die niet gepubliceerd kan worden via de traditionele weg. Het is niet een persoon die dacht, laat ik maar even een boek schrijven en dat op internet zetten en zo rijk worden. Een indie auteur is ook geen "aspirant" schrijver, die zelf-publiceren als platform gebruikt naar een traditioneel gepubliceerde carrière. Een indie auteur is een schrijver die alle mogelijkheden heeft afgewogen, en de keuze heeft gemaakt om een professioneel schrijver te worden, maar niet onder het juk van een uitgeverij (1). Hij houdt het volledige creatieve proces zelf in handen, en behoudt alle rechten tot zijn werk.

Het traditionele systeem vs. de indie auteur
Het boek van een traditioneel gepubliceerd auteur doorloopt een ander traject dan dat van de indie auteur. Het produceren van een boek is een individueel proces, en delen ervan kunnen anders lopen onder invloed van externe factoren, maar hieronder zal ik het publicatieproces van een typisch traditioneel gepubliceerd boek (2) beschrijven en dit vergelijken met dat van een indie auteur. Hierbij wordt het onmiddelijk duidelijk dat, hoewel het makkelijk is om het traditionele systeem in een schema samen te vatten, dit voor een onafhankelijk gepubliceerd boek moeilijk is. 

1. Voorstelling van het proces dat een traditioneel gepubliceerd boek doorloopt
Het publicatieproces van een traditioneel gepubliceerd boek kan voorgesteld worden als een lange keten, waar het manuscript van een schrijver door talloze handen gaat en wordt aangepast. Er zijn een paar plaatsen waar feedback en interactie mogelijk is. Ten eerste kiest de schrijver zelf een literair agent. De literair agent speelt een grote rol bij het verkopen van het manuscript aan een uitgever. De agent kan een eerste ronde aan aanpassingen voorstellen aan de schrijver, of het manuscript verkopen zoals het is. Als het manuscript verkocht is komen nog enkele rondes aan edits, waar de schrijver tot op zekere hoogte controle over heeft. Des te verder het manuscript in de keten vordert, des te meer raakt de schrijver de controle over het manuscript kwijt. Vaak kunnen schrijvers wel een inbreng geven met betrekking tot de cover of marketing, maar het laatste woord ligt bij de uitgever.

2. Voorstelling van het proces dat een onafhankelijk gepubliceerd boek doorloopt
Het onafhankelijk proces is het beste weer te geven als een cyclus. De schrijver produceert een manuscript, waar hij dan al dan niet professionals bij in kan huren om aan verschillende aspecten van het manuscript te werken. De controle ligt volledig bij de schrijver - hij maakt zelf alle keuzes met betrekking tot aanpassingen aan het manuscript.

Waar de traditionele schrijver slechts de inhoud van het boek faciliteert, heeft de onafhankelijke schrijver de inhoud, vorm, en distributie in eigen handen. De traditionele schrijver heeft een volledig team van professionals klaar staan om met alle aspecten van publicatie te helpen, de onafhankelijke schrijver moet zelf contacten leggen.

De indie auteur als ondernemer 3.0

Het model van de traditionele gepubliceerde auteur kan gezien worden als een uitgeven 1.0 (voor een uitleg over 1.0 en 3.0, zie deze eerdere blog). De uitgeverij bepaalt top-down hoeveel geld en tijd in het boek worden geïnvesteerd. Ze leggen schrijvers limitaties op. De schrijver bepaalt grotendeels zelf de inhoud. De lezer is een consument die geen inbreng heeft op het publicatieproces - de enige keuze die de lezer heeft is in het wel of niet kopen van het boek. Dit is een soort dubbele topdown situatie, zoals hieronder weergegeven. De onafhankelijke auteur representeert een 2.0 vorm, waarbij de afstand tussen de lezer en de schrijver kleiner is geworden. Ook is er geen uitgeverij meer die regels oplegt aan de auteur. Er is in de 2.0 situatie wel ruimte voor feedback - veel indie auteurs zijn zeer actief op social media en zijn dus makkelijk te bereiken - maar er is geen sprake van interactie.

3. Drie machtssituaties bij het publiceren van een boek
Een nieuwe, nog nauwelijks gebruikte strategie zou de 3.0 situatie zijn. Hierbij wordt de kennis en wensen van de lezer zelf geactiveerd, en heeft de lezer actief inbreng op het werk van de auteur. In plaats van dat de auteur een product aflevert, is het product een resultaat van een samenwerking tussen lezer en auteur.

In mijn Mediawijsheid eindproject ga ik deze 3.0 vorm van publiceren verder onderzoeken. Hoe zou een protocol uit kunnen zien voor zo een vorm van schrijven? Wat zijn reacties van lezers? Meer hierover zal snel volgen.

Bronnenlijst
1. The Alliance of Independant Authors. What IS An Indie Author? Bekeken op 10-06-2014. http://www.selfpublishingadvice.org/what-is-an-indie-author/
2. Nathan Bransford. How a Book Gets Published. Bekeken op 10-06-2014. http://blog.nathanbransford.com/2009/08/how-book-gets-published.html

Afbeeldingen
Header image door Celine Frohn, 2014
1. Celine Frohn, 2014
2. Celine Frohn, 2014
3. Celine Frohn, 2014

Tuesday 13 May 2014

Mediawijsheid #2: Burgerjournalistiek en de zombie-apocalypse

Bij burgerjournalistiek zijn het geen opgeleide journalisten, maar "de gewone mensen thuis" die nieuws verspreiden. Met de opkomst van de smartphone en apps zoals Twitter en Instagram kan de gemiddelde Nederlander met een vingerbeweging over het scherm een foto maken en die met de wereld delen.

Aan de hand van het fictieboek Feed door Mira Grant (1) zal ik in gaan op de voor- en nadelen van burgerjournalistiek, en een voorspelling doen voor de toekomst.

1. Cover van Feed
De situatie in Feed

Door een mutatie van twee virussen, de een die verkoudheid geneest, en een ander die kanker geneest, ontstaat het Kellis-Amberlee virus. Dit virus wordt meegedragen door ieder persoon in de wereld. Hoewel er geen kanker meer is en niemand meer last heeft een koudje, verandert men in een zombie op het moment van overlijden.

Het moment dat lijken massaal weer begonnen op te staan wordt The Rising (de Opstand) genoemd. Logischerwijs leidde dit tot een wereldwijde paniek, en werd 75% van de wereldbevolking uitgeroeid door hebberige zombies binnen een paar weken. De overgebleven bevolking leeft in extreme quarantaine, waarbij nooit grote groepen mensen zich in levende lijve kunnen verzamelen uit angst voor een uitbraak. Het enige dat de mensen verbindt is het internet.

Journalistiek in Feed

Tijdens de Opstand waren de traditionele media te langzaam en te voorzichtig. Bang om onnodig angst te zaaien, waren bagatelliseerden de kranten de situatie, en weigerden ze het woord zombie in de mond te nemen. Het waren juist de bloggers, die razendsnel hun ervaringen deelden, die de betrouwbare nieuwsbron werden. Als je wilde weten of de epidemie ook jouw school had geraakt, keek je op de site van een lokale blogger, en niet in de krant.

Na de opstand is het vertrouwen in traditionele journalistiek verdwenen. Doordat ze niet eerlijk durfden te zijn en hierdoor mensen niet op tijd werden gewaarschuwd zijn duizenden personen overleden. De bloggers daarentegen, benoemden wat ze zagen. Niet alleen de nieuwsfunctie is overgenomen door bloggers. Er zijn drie vormen van blogs ontstaan: Newsies, Irwins en Fictionals. Deze drie voorzien in alle behoeftes die media-consumenten hebben. Newsies rapporteren feiten, en schrijven goed onderzochte opiniestukken. Irwins (vernoemd naar Steve Irwin) "porren dingen met een stok" en zorgen voor sensatie en spanning terwijl ze met hun eigen leven spelen. Fictionals schrijven fictie, vaak verhalen of gedichten over de Opstand.

Voordelen van burgerjournalistiek

Het grootste voordeel van burgerjournalistiek die ook in Feed voorkomt is de snelheid. Doordat er geen filter of instantie zich bevindt tussen het bericht en de ontvanger, is de snelheid slechts gelimiteerd aan de internetsnelheid. Vooral in periodes van crisis wordt hier gebruik van gemaakt, zoals de talloze tweets tijdens de Arabische Lente (2). Het tweede daarbij horende voordeel is dat de mening die in een bericht van een burgerjournalist wordt geuit, de mening van de burger zelf is. Er is geen tussenkomst van ideologie van een krant, of andere bemiddelende instantie. Het bericht van een burgerjournalist wordt vaak als "puurder" gezien.

2. Berichtgeving door een journalist en een burger. Beide schrijven over dezelfde gebeurtenis, vanuit hun eigen standpunt. Het verschil ligt bij de tussenkomende instantie die de berichtgeving van een journalist kleurt.


Relativering

Hoewel er zeker een rol is weggelegd voor burgerjournalistiek, zal deze niet de traditionele journalistiek vervangen. Ook in het verhaal van Feed, lijken de Newsies verdacht veel op de tradionele journalisten, alleen schrijven zij blogs in plaats van kranten. Er ontstaat alweer een aparte categorie, een geleerdere elite, die als algemeen geaccepteerde betrouwbare stukken schrijft. Het is onvermijdelijk dat er zich een groep mensen vormt die zich in journalistiek specialiseert, en dus niet meer een burgerjournalist te noemen is. De instantie tussen de input en output bij een journalist hoeft geen letterlijke instantie te zijn, maar kan ook een abstractie zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan concessies doen naar doelgroep.

In de postmoderne samenleving worden vroegere autoritaire instanties ondermijnd (3). In plaats van de macht bij enkelen te laten liggen, ontstaat er een soort van hyve mind, waarbij het geheel bijdraagt aan de kennis van de hyve, de gemeenschap. De verwachting van velen dat de burgerjournalistiek de berichtgeving zou overnemen, is (nog) niet ingelost (4). Tom Bakker promoveerde op een onderzoek naar de mythe van het actieve internetpubliek, en zegt: “Bloggers hebben geen journalistieke ambities, ze vinden het vooral fijn om hun persoonlijke mening even van zich af te schrijven.” (5). Bakker vindt dat slechts een relatief kleine groep over politiek blogt, en dat deze groep geen extremere mening heeft dan de samenleving in het algemeen. Hoewel er dus vanuit de overheid een nieuw medialandschap wordt gepromoot (6) is daar nog niet zo veel van gekomen. Niet dat sommigen niet de ondergang zien van de "fatsoenlijke" journalistiek aan de hand van die vervelende burgerjournalisten (7).

Tot slot

Tijdens een ramp, waarbij snelheid van berichtgeving cruciaal is, is burgerjournalistiek een mooie toevoeging. Als de doden plots uit hun graf opstaan, of als er een opstand in Egypte is, willen we dat graag snel weten, en dan maakt het niet uit of iemand met een opleiding die foto of tweet heeft gemaakt. Maar om meer te weten te komen over de politiek lees je niet Facebook, maar een krant of blog van een journalist.

"Ik heb me sowieso altijd nogal verbaasd over de verwachting dat er een grote groep mensen zich vrijwillig en in hun vrije tijd zou gaan manifesteren als politieke ‘burgerjournalist’ en dat journalisten op hun hoede moesten zijn." (8). Aldus Tom Bakker.

Bronnenlijst
1. Grant, Mira (2010). Feed. Uitgegeven 1 mei 2010 door Orbit, US.
2. NRC. Sociale media in 2011 cruciaal voor rampen, revoluties en rellen. Bekeken op 12-05-2014 http://www.nrc.nl/stevendejong/2011/12/30/sociale-media-in-2011-cruciaal-voor-rampen-revoluties-en-rellen/
3.Terry Heaton. Local Media in a Postmodern World. Bekeken op 13-05-2014 http://www.thepomoblog.com/papers/pomo109.htm
4. De Nieuwe Reporter. “Grote verwachtingen over burgerjournalistiek zijn niet ingelost”. Bekeken op 12-05-2014 http://www.denieuwereporter.nl/2013/03/grote-verwachtingen-over-burgerjournalistiek-zijn-niet-ingelost/
5. Citaat De Nieuwe Reporter. “Grote verwachtingen over burgerjournalistiek zijn niet ingelost”.
6. Kennisland. Burgerjournalistiek - een verkennend onderzoek. Bekeken op 13-05-2014 http://www.kennisland.nl/filter/publicaties/burgerjournalistiek-een-verkennend-onderzoek
7. Sasja Walstra. Weg met de burgerjournalisten?. Bekeken op 13-05-2014 http://sasjawalstra.nl/?p=124
8. Citaat De Nieuwe Reporter. “Grote verwachtingen over burgerjournalistiek zijn niet ingelost”.

Afbeeldingen
Header image door Celine Frohn, 2014
1. Orbit, 2010. Bron: http://www.goodreads.com/book/show/7094569-feed
2. Celine Frohn, 2014.

Tuesday 29 April 2014

Mediawijsheid #1: Wat is Privacy


de privacy zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [ˈprɑjvəsi]

persoonlijke vrijheid en het recht om geen last te hebben van andere mensen

pri·va·cy (de; v(m))
1
de mogelijkheid om in eigen omgeving helemaal zichzelf te zijn

Het is bijna onmogelijk om een serieus gesprek over het internet en de digitale samenleving te hebben zonder het woord privacy in de mond te nemen. Het is dan ook al meerdere keren in de cursus Mediawijsheid 2013-2014 langs gekomen, en er worden zelfs hele colleges aan privacy op het internet besteed. Mijn vraag is echter wat privacy nou precies in houdt. In deze blog zal ik duiken in het vaak gebruikte, maar vrijwel nooit gedefinieerde woord privacy.

Wat is privacy?
De meest algemene definitie is privacy als het recht om vrij te zijn van "interference or intrusion" (1). Privacy is het recht om met rust gelaten te worden (2). Dit hangt samen met het idee dat een persoon recht heeft op een ruimte om zich heen, om zich daarin vrij te kunnen bewegen en zich kan gedragen naar wens, zonder geobserveerd te worden. Wat allemaal tot deze persoonlijke ruimte wordt geteld verschilt over verschillende visies. Het moge duidelijk zijn dat privacy altijd iets te maken heeft met het recht voor een individu, een persoon, om niet gestoord te worden op een bepaalde manier. Er kunnen verschillende sferen van privacy uiteengezet worden. In de onderstaande afbeelding heb ik de verschillende soorten van privacy in vieren gedeeld.

Afbeelding 1. Verschillende soorten van privacy

Het is te veel voor deze blog om diep op al deze vier soorten van privacy in te gaan. Ik zal in de afbeelding hieronder deze vier soorten kort toelichten.

Afbeelding 2. Soorten privacy met toelichting
Privacy en het internet - informationele privacy
Tot voor kort had informationele privacy vooral betrekking op de bescherming van gegevens van medische patiënten, stemgedrag, en financiële gegevens. Informationele privacy houdt het recht in om zelf de persoonsgegevens in handen te hebben; een persoon kan dus zelf bepalen wie toegang krijgt tot de persoonsgegevens en in welke mate. Waar vroeger deze gegevens werden bewaard in papieren dossiers, worden nu alle gegevens digitaal opgeslagen. Voor het digitale tijdperk was het overzichtelijk en (relatief) makkelijk bij te houden wie toegang heeft tot je persoonsgegevens. Deze controle ontglipt het individu steeds meer. Informationele privacy heeft ook betrekking op foto's of video's van een persoon maken. Dit wordt gezien als het vastleggen van persoonsgegevens.

Om het verschil tussen de pre-digitale situatie duidelijk te maken zal ik een voorbeeld gebruiken. Stel, Henk maakt een foto. In de pre-digitale situatie, geeft Henk de foto aan Truus. Truus kan hier een kopie van maken, en die aan Jimmy en Polly geven. Polly geeft haar foto aan Ine. Ine hoeft helemaal geen foto van Henk, en gooit hem weg. Deze keten van personen die allemaal een foto van Henk in bezit hebben, is relatief makkelijk te achterhalen. Je hoeft alleen maar aan iedere schakel te vragen aan wie deze persoon de foto heeft doorgegeven.

In de digitale situatie maakt Henk een foto, en stuurt deze naar Truus. Truus vindt de foto zo mooi, dat ze hem op Facebook zet. De foto van Henk bevindt zich nou op een server, waar miljoenen gebruikers deze foto kan opvragen. Deze gebruikers kunnen de foto op hun harde schijf opslaan, en deze vervolgens weer op een andere server uploaden. Tot op zekere hoogte kan achterhaald worden wie deze foto hebben opgevraagd door middel van IP-tracing. Maar Henk zit met zijn handen in het haar, en heeft geen controle meer over wat er met zijn foto gebeurt.

Afbeelding 3. De verspreiding van de foto van Henk, in de pre-digitale situatie en de digitale situatie
Nederlandse wetgeving
In Nederland bestaat er niet één wet met betrekking tot privacy, maar verschillende die allemaal andere aspecten van privacy regelen (3). Een van de belangrijkste wetten met betrekking tot informationele privacy is de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) uit 2000. Persoonsgegevens worden hierin gedefinieerd als alle gegevens waarmee een persoon geïdentificeerd kan worden. Naast naam en adres horen ook digitale "adressen" tot de persoonsgegevens. Hiertoe behoren bijvoorbeeld email-adres en IP-adres. Ook de eerder genoemde beeldmaterialen als foto's en video's zijn persoonsgegevens, aangezien iemand hierop herkend kan worden. De WBP bepaalt regelgeving met betrekking tot "verwerking van persoonsgegevens". Tot deze verwerking behoren onder andere "het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van persoonsgegevens" (4).

Kort samengevat zijn er vier elementen belangrijk bij het verwerken van persoonsgegevens:
  • Voorafgaande toestemming: de betreffende persoon moet toestemming hebben gegeven voor verwerking
  • Informatieplicht: organisaties moeten betreffende personen laten weten wat ze met hun gegevens zullen doen
  • Correctierecht: personen die in een bestand zijn opgenomen hebben recht hun gegevens in te zien, en indien onjuist of niet ter zake dienend deze te corrigeren
  • Beveiligingsplicht: bedrijven die persoonsgegevens bewaren horen maatregels te nemen om deze data te beschermen
Problematiek
Hoewel veel bedrijven inderdaad hun best doen om persoonlijke gegevens van hun gebruikers te beschermen en om hun gebruikers toestemming te vragen, wordt er alsnog vaak onzorgvuldig met gegevens omgesprongen. Daarbij komt het feit dat er op grote schaal een markt is in persoonsgegevens voor marketing-doeleinden, waar de gebruiker vaak geen weet van heeft. Privacy-verklaringen op websites zijn ondoorzichtig en staan barstensvol met legale termen die voor een leek niet te ontcijferen zijn. De straf op het misbruiken van persoonsinformatie is een boete, die in Nederland opgelegd kan worden door het College Bescherming Persoonsgegevens.

Er wordt door instanties geprobeerd een orde te scheppen in de chaos die het internet heet, is er lang niet genoeg bescherming van persoonsgegevens. Iedereen die een beetje inzicht heeft in het internet, kan aan de hand van een berichtje of bezoekje aan een site, via IP-adres, erachter komen waar deze persoon woont. Via het Telefoonboek kan dan vaak ook nog wel voor- en achternaam ontdekt worden, en dan via een Google cache van voordat deze persoon's Facebook beschermd was, ook nog wel de naam van zijn hond en favoriete supermarkt.

Afbeelding 4. Heartbleed bug logo


Op het moment is de Heartbleed bug actief, waardoor hackers moeiteloos in de gegevens van miljoenen (misschien onderhand wel miljarden) mensen kunnen kijken zonder een spoor achter te laten (5). Deze bug maakt gebruik van een achterdeur in een systeem dat ongeveer 66% van de webservers op het internet gebruiken. Ook hier proberen bedrijven door middel van patches hun gebruikers veilig te stellen, maar het is onduidelijk hoeveel persoonsgegevens niet al gelekt zijn voordat het probleem werd gedetecteerd.

Conclusie
De aard van het internet maakt het bijna onmogelijk om persoonsgegevens afdoende te beschermen. Zelfs personen die hun Facebook profiel beschermen en zo min mogelijk over zichzelf op het internet te zetten, laten sporen achter zoals IP die door kwaadwillenden gebruikt kunnen worden. Aangezien het niet gebruiken van internet niet meer denkbaar is, zal om informationele privacy te waarborgen er een manier gevonden moeten worden om gebruikers onzichtbaarder te maken. Misschien dan maar allemaal browsen in een privévenster, een optie van browsers die het frequentst wordt gebruikt voor het bekijken van porno. Er zijn in ieder geval fundamentele veranderingen nodig om de privacy van de gebruiker op het internet te blijven waarborgen.

Geraadpleegde artikelen:
1. Santa Clara University. What is privacy? Bekeken op 13-04-2014. http://www.scu.edu/ethics/practicing/focusareas/technology/internet/privacy/what-is-privacy.html 
2.  Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Regelgeving aangaande informationele en ruimtelijke privacy. Bekeken op 29-04-2014. http://www.ntvg.nl/publicatie/regelgeving-aangaande-informationele-en-ruimtelijke-privacy/volledig
3. Ius Mentis. Persoonsgegevens op internet. Bekeken op 29-04-2014. http://www.iusmentis.com/maatschappij/privacy/persoonsgegevens/
4. Citaat uit Ius Mentis, paragraaf Verwerking van persoonsgegevens. Persoonsgegevens op internet. Bekeken op 29-04-2014. http://www.iusmentis.com/maatschappij/privacy/persoonsgegevens/
5. Heartbleed. Bekeken op 29-04-2014. http://heartbleed.com/

Afbeeldingen:
1. Celine Frohn, 2014
2. Celine Frohn, 2014
3. Celine Frohn, 2014
4. Codenomicon, 2014. Bron: http://heartbleed.com/

Wednesday 2 January 2013

Tot Slot

Leerdoelen

Kennis en Inzicht: Ik heb een goed beeld van de semiotiek, zowel doordat ik alle colleges heb gevolgd (behalve één, door ziekte) en ook alle artikelen die op Blackboard zijn gezet heb gelezen. Semiotiek kan heel vaak terug in de lessen, en begrijp ik goed, hetgeen ik duidelijk heb proberen te maken in mijn blog over semiotiek.

Ook de narratologie heb ik een goed beeld van, niet alleen vanuit de cursus Beeldcultuur maar ook door de lessen Interpretatie van Cultuuruitingen waar de narratologie uitvoerig wordt beschreven, ook al is deze meer van toepassing op literatuur. Een hele boel concepten vanuit de literatuur kunnen ook overgedragen worden op beeldcultuur, met toevoeging van in dit geval bijvoorbeeld het element "style".

De hedendaagse beeldcultuur heb ik ook van geproefd, maar dit is een deel waar ik minder kennis van heb dan de pure theorie zoals in de semiotiek en de narratologie. Ik zit heel erg vast in het 1.0 denken, het overzichtelijk willen maken van fenomenen, en dit is bij het nieuwe vertellen vaak onmogelijk. Wel ben ik door de cursus meer na gaan denken over cross-over genres en andere manieren om een verhaal te vertellen. Ik ben wel thuis in een klein aspect van de digitale samenleving, het self-publishen. Hierover heb ik dan ook een blog geschreven.

Toepassen Kennis en Inzicht: Al zeg ik het zelf, ik vind dat ik een aantal fraaie analyses heb gemaakt van beelduitingen. Vooral mijn pragmatische analyse van de film Sucker Punch en mijn syntagmatische analyse van Black Swan ben ik trots op. Normaal heb ik moeite om uitgebreid te beschrijven; wat ook wel te zien is aan mijn uiterst korte samenvattingen van de stof. In mijn analyses zie ik een grote vooruitgang hierin, en ik vind dat ik dit leerdoel ook goed gehaald heb.

Oordeelsvorming: Over oordeelsvorming over cultuuruitingen heb ik een vrij uitgebreide blog geschreven, waarbij ik ook zelf tot een gewogen oordeel kom, kijkend vanuit de auteur, het werk zelf en de kijker. Ik heb goed door dat er verschillende invalshoeken zijn om tot een oordeel te komen, en dat er oneindig veel mogelijke oordelen mogelijk zijn.

Het beoordelen van mijn mede-studenten is bijzonder goed verlopen. Ik heb onder andere ook voor tutoraat een aantal blogs van andere Beeldcultuur studenten van feedback voorzien, en deze personen vonden mijn feedback heel nuttig en goed onderbouwd.

Of ik in staat ben mezelf goed te beoordelen is een paradoxale vraag, aangezien ik om deze vraag te beantwoorden mezelf moet beoordelen, waardoor ik er nog steeds niet achter kom of ik daar dan goed of slecht in ben. Over het algemeen denk ik wel dat ik een goed beeld heb van wat ik goed en slecht doe, maar soms zijn de eisen die ik aan mijn werk stel anders dan de eisen die een ander eraan stelt.

Communicatie: Jammer genoeg heb ik geen presentatie voor de klas kunnen doen omdat ik ziek was. Een alternatief is misschien theorieën aan andere studenten uitleggen? Ik heb bijvoorbeeld de verschillen tussen firstness, secondness en thirdness uitgelegd aan een mede-student die dat niet helemaal snapte, en voor mijn gevoel snapte die persoon het na mijn uitleg een stuk beter. Als een andere soort presentatie kun je ook mijn blog zien. Hierin laat ook ook mijn denkwijze aan mede-leerlingen en de docent zien. Aangezien ik over het algemeen positieve feedback heb gekregen, denk ik dat mijn gedachtegang goed overkomt.

Leervaardigheden: Van de cursus heb voor een groot deel vooral schrijfvaardigheden geleerd door iedere week een blog te schrijven, maar ook het omgaan met leesstof. Ik heb soms voor, maar altijd na een college alle stof doorgenomen die op Blackboard stond, ook al weet ik dat een deel van mijn mede-studenten dit niet nodig vond. Ook heb ik geoefend om beter te kunnen plannen door de wekelijkse deadline.

Voorstel eindcijfer: 8

Evaluatie Cursus

Toen ik aan de cursus begon was het me nogal onduidelijk wat er van ons verwacht werd. De uitleg over de 1.0 en 3.0 situatie leek voor mij geen verband te hebben met het beeld wat ik van beeldcultuur had. In de loop van de cursus werd me dit steeds duidelijker, en toen we begonnen met echt analyses maken van beelduitingen vond ik het een heel leuk vak.

Het enige puntje van kritiek wat ik heb is dat het soms lastig is de les te volgen omdat er nogal van de hak op de tak werd gesprongen. Er is vaak geen duidelijke lijn in de les zelf, ook al wordt er in principe maar één onderwerp wordt besproken worden er soms onderwerpen uit vorige colleges uit het niets bij gehaald, waardoor een nogal verwarrende structuur ontstaat.

Voor de rest heb ik er veel van geleerd, en heb ik Beeldcultuur met plezier gevolgd.

College #13: Nieuwe Vormen van Vertellen

In het gastcollege van Hille van der Kaa (1), geeft zij een aantal voorbeelden van nieuwe vormen van vertellen die mogelijk zijn gemaakt door het digitale tijdperk. Hierbij legt ze de nadruk op transmedia storytelling. Simpel gezegd: een verhaal wat over verschillende media wordt verteld.

Transmedia Storytelling
Lineariteit is uit. Gebruikersparticipatie en zelf het verhaal beïnvloeden zijn de nieuwe kernwoorden. Bij het transmedia storytelling kunnen gebruikers zelf kiezen op wel moment ze in het verhaal stappen (2). Er is geen duidelijk begin of einde meer, en ook de loop van het verhaal kan vaak door de gebruikers worden beïnvloed. Transmedia storytelling moet niet verward worden met crossmedia storytelling; bij crossmedia worden slechts meerdere kanalen gebruikt om hetzelfde verhaal over te brengen. Denk hierbij aan een film die je zowel op je tv als op je computerscherm kunt bekijken. Dit verandert het product, de film, niet (hoewel men hier over kan discussiëren). Bij transmedia storytelling zijn de ervaringen over de verschillende kanalen ook daadwerkelijk verschillend.

Bijvoorbeeld: Disney
Misschien wel een van de grootste gebruikers van transmedia storytelling is Disney. Disney verspreidt al zijn verhalen over tv, games, en zelfs in de werkelijkheid door pretparken zoals Disneyland Parijs. Zo werken in de game Kingdom Hearts een aantal Disney karakters als Mickey Mouse en Goofy samen met karakters uit compleet andere universa zoals Aerith en Yuffie uit Final Fantasy VII (3). De verschillende media vertellen verschillende verhalen over de karakters. Zo zullen de avonturen die Mickey en Goofy in Kingdom Hearts meemaken niet in de films of series verschijnen, wat het geval zou zijn bij crossmedia storytelling.

Waarheid raakt zoek
Doordat er steeds meer media worden betrokken bij een verhaal en deze vaak ook in de echte wereld overlopen, wordt de grens tussen werkelijkheid en fictie steeds vaker overstreden. Denk bijvoorbeeld aan de donorshow van BNN, waarbij het publiek wijs werd gemaakt dat een vrouw haar nier aan een van de drie doodzieke kandidaten ging doneren (4). Dit was een stunt voor het goede doel, waarbij ook snel werd uitgelegd dat er sprake was van doorgestoken kaart. Er worden echter steeds meer van dit soort media-stunts uit gehaald puur voor het amusement van mensen, als een soort levensecht spel waarin je zelf een rol kan spelen en het spel kan beïnvloeden. De vraag is dan waar de grens ligt. Hoe ver kunnen we gaan? Als we dit soort spellen met de waarheid toestaan, hoe lang nog totdat we niet eens meer het nieuws of de krant kunnen vertrouwen, slechts weer een publiciteitsstunt verwachtende?

Bronnenlijst:

1. Universiteit Tilburg, Beeldcultuur, 3 december 2012
2. Van der Kaa, Hille. Transmedia storytelling: trend of tool? Bekeken op 05-01-13 http://www.frankwatching.com/archive/2009/06/15/transmedia-storytelling-trend-of-tool/
3. Kingdom Hearts. Bekeken op 05-01-13 http://www.kingdom-hearts.com/nl/index.html
4. NOS. BNN Donorshow Nep. Bekeken op 05-01-13 http://nos.nl/artikel/62473-bnn-donorshow-nep.html

Sunday 2 December 2012

College #12: Beeldcultuur in een Digitale Samenleving

Net zoals de samenleving verandert, verandert ook de vorm van culturele uitingen. Er komen steeds meer grensoverschrijdende en interactieve initiatieven die de vroegere lineaire uitingen vervangen. In deze blog zal ik deze trend beschrijven, en de gevolgen hiervan voor een markt die mij heel erg interesseert: de boekenwereld.

Van toen (1)
Tot nu toe waren vertellingen altijd lineair. Dit past ook bij het mechanistische wereldbeeld van na de Verlichting: alles wordt hiërarchisch geordend, alle verbanden zijn oorzaak-gevolg. In een film zijn er nooit scenes die niets met de plot te maken hebben - alles wordt gedaan met een doel. Iedere scene volgt logisch op de vorige, zowel temporeel als ruimtelijk en vaak ook associatief. Theorieën zoals die van Bordwell (zie blog College #7 + #8: Syntagmatische Analyse) werken heel goed op deze logisch opgebouwde uitingen.

Naar nu
In de digitale samenleving is interactie het kernwoord. Dit past in het postmodernisme, wat er vanuit gaat dat wij nooit "de werkelijkheid" zien zoals hij is, en dat we altijd de wereld slechts zien door overgebrachte beelden (2). Postmodernisten wijzen concepten als "de waarheid" en "het onafhankelijke onderwerp" af. We moeten dus ook niet de wereld bekijken door de oorzaak-gevolg bril van het mechanistische wereldbeeld, want dat causale verband verzinnen wij, en is niet in de natuur aanwezig. Dit is in navolging van de filosofie van Hume, die als empirist verklaarde dat causaliteit in de natuur niet te zien is. Vooral op het internet zijn er talloze postmodern geïnspireerde initiatieven: denk bijvoorbeeld aan het invloedrijke Youtube, waar iedereen alles wat hij maar wil kan uploaden. Er is dan geen sprake meer van een hiërarchische rangschikking of een autoriteit die top-down beslissingen maakt.

In de boekenwereld: self-publishing
Met de komst van ebooks en ereaders, wordt het concept boek steeds breder. Het is niet meer slechts een papieren bundel, het is een medium wat altijd en overal op een computerchip meegedragen kan worden. Hoewel traditionele Amerikaanse uitgeverijen (de Nederlandse lopen wat dat betreft nogal achter) al voor een heel groot deel hun catalogus hebben gedigitaliseerd, is er aardig wat kritiek over de kosten van ebooks (3). Ze zijn vaak even duur of zelfs duurder als een fysiek boek.


Tientallen schrijvers zagen hun kans om de traditionele uitgeverijen te omzeilen, en om zelf hun boek te publiceren met behulp van het internet. Dit is onderhand enkele jaren geleden; het resultaat liegt er niet om. Op de website Smashwords (4), een initiatief waar je gratis je boek kunt uploaden en verkopen (door boek-giganten als Amazon en Barnes & Noble) zijn onderhand al 123557 (5) werken gepubliceerd. Dit getal bevat zowel hele korte verhalen van niet meer dan een bladzijde lang als epische werken van meer dan 100.000 woorden.

Self-publishing leek de ideale weg voor beginnende schrijvers om hun brood mee te verdienen. Je hebt geen kapitaal nodig, geen contacten. Je hebt geen baas, niemand die je vertelt wat je moet schrijven of hoe. De harde werkelijkheid is echter dat de gemiddelde self-published schrijver nooit genoeg zal verdienen om zijn vaste lasten mee te kunnen betalen (6).

De realiteit
Hoewel self-publishing een levensvatbaar alternatief is, zal het niet binnenkort de volledige boekenmarkt overnemen zoals velen dachten. Het vraagt een hele berg tijd en doorzettingsvermogen van de auteur. Hij moet zelf een editor zoeken, zelf voor zijn boek lobbyen, zelf een cover artiest vinden, zelf zijn werk promoten en zelf zijn financiën regelen. Voor veel auteurs is dit te veel gevraagd, en die lopen dan ook bijna onmiddellijk vast. Vervelender voor de consument is echter dat een groot aantal auteurs niet de tijd en het geld besteden aan een goede editor. Dit zorgt voor boeken die vol zitten met spelfouten, grammaticale fouten, zinnen die niet lopen, zinnen die halverwege ophouden of het feit dat de hoofdpersoon halverwege een andere naam krijgt.

Gebeurt dat allemaal echt? Als lezer van een groot aantal self-published boeken kan ik uit ervaring zeggen, dat gebeurt echt. Net zoals vele andere lezers ben ik erg afgeknapt op de gruwelijke kwaliteit van self-published boeken. Voor elk goed ge-edit boek zijn er honderd die dat niet zijn. Omdat iedereen een boek kan publiceren, is er geen kwaliteitscontrole meer die het kaf van het koren scheidt. Ik persoonlijk heb uiteindelijk de keuze gemaakt geen self-published boeken meer te lezen, tenzij ze worden aangeraden door een selecte groep van mensen.


Bronnenlijst:

1. Geïnspireerd door het college Beeldcultuur, Universiteit Tilburg
2. Heartney, Postmodernisme (2001)
3. Bekeken op 02-12-12 Mail Online: How a third of bestselling ebooks cost MORE than the same title in hardback http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2211022/How-bestselling-ebooks-cost-MORE-title-hardback.html
4. Bekeken op 02-12-12 https://www.smashwords.com/
5. Berekend op 02-12-12 16:08 GMT
6. Bekeken op 02-12-12 The Atlantic: The Cruel Paradox of Self-Publishing http://www.theatlantic.com/business/archive/2012/09/the-cruel-paradox-of-self-publishing/261912/