Wednesday 2 January 2013

Tot Slot

Leerdoelen

Kennis en Inzicht: Ik heb een goed beeld van de semiotiek, zowel doordat ik alle colleges heb gevolgd (behalve één, door ziekte) en ook alle artikelen die op Blackboard zijn gezet heb gelezen. Semiotiek kan heel vaak terug in de lessen, en begrijp ik goed, hetgeen ik duidelijk heb proberen te maken in mijn blog over semiotiek.

Ook de narratologie heb ik een goed beeld van, niet alleen vanuit de cursus Beeldcultuur maar ook door de lessen Interpretatie van Cultuuruitingen waar de narratologie uitvoerig wordt beschreven, ook al is deze meer van toepassing op literatuur. Een hele boel concepten vanuit de literatuur kunnen ook overgedragen worden op beeldcultuur, met toevoeging van in dit geval bijvoorbeeld het element "style".

De hedendaagse beeldcultuur heb ik ook van geproefd, maar dit is een deel waar ik minder kennis van heb dan de pure theorie zoals in de semiotiek en de narratologie. Ik zit heel erg vast in het 1.0 denken, het overzichtelijk willen maken van fenomenen, en dit is bij het nieuwe vertellen vaak onmogelijk. Wel ben ik door de cursus meer na gaan denken over cross-over genres en andere manieren om een verhaal te vertellen. Ik ben wel thuis in een klein aspect van de digitale samenleving, het self-publishen. Hierover heb ik dan ook een blog geschreven.

Toepassen Kennis en Inzicht: Al zeg ik het zelf, ik vind dat ik een aantal fraaie analyses heb gemaakt van beelduitingen. Vooral mijn pragmatische analyse van de film Sucker Punch en mijn syntagmatische analyse van Black Swan ben ik trots op. Normaal heb ik moeite om uitgebreid te beschrijven; wat ook wel te zien is aan mijn uiterst korte samenvattingen van de stof. In mijn analyses zie ik een grote vooruitgang hierin, en ik vind dat ik dit leerdoel ook goed gehaald heb.

Oordeelsvorming: Over oordeelsvorming over cultuuruitingen heb ik een vrij uitgebreide blog geschreven, waarbij ik ook zelf tot een gewogen oordeel kom, kijkend vanuit de auteur, het werk zelf en de kijker. Ik heb goed door dat er verschillende invalshoeken zijn om tot een oordeel te komen, en dat er oneindig veel mogelijke oordelen mogelijk zijn.

Het beoordelen van mijn mede-studenten is bijzonder goed verlopen. Ik heb onder andere ook voor tutoraat een aantal blogs van andere Beeldcultuur studenten van feedback voorzien, en deze personen vonden mijn feedback heel nuttig en goed onderbouwd.

Of ik in staat ben mezelf goed te beoordelen is een paradoxale vraag, aangezien ik om deze vraag te beantwoorden mezelf moet beoordelen, waardoor ik er nog steeds niet achter kom of ik daar dan goed of slecht in ben. Over het algemeen denk ik wel dat ik een goed beeld heb van wat ik goed en slecht doe, maar soms zijn de eisen die ik aan mijn werk stel anders dan de eisen die een ander eraan stelt.

Communicatie: Jammer genoeg heb ik geen presentatie voor de klas kunnen doen omdat ik ziek was. Een alternatief is misschien theorieën aan andere studenten uitleggen? Ik heb bijvoorbeeld de verschillen tussen firstness, secondness en thirdness uitgelegd aan een mede-student die dat niet helemaal snapte, en voor mijn gevoel snapte die persoon het na mijn uitleg een stuk beter. Als een andere soort presentatie kun je ook mijn blog zien. Hierin laat ook ook mijn denkwijze aan mede-leerlingen en de docent zien. Aangezien ik over het algemeen positieve feedback heb gekregen, denk ik dat mijn gedachtegang goed overkomt.

Leervaardigheden: Van de cursus heb voor een groot deel vooral schrijfvaardigheden geleerd door iedere week een blog te schrijven, maar ook het omgaan met leesstof. Ik heb soms voor, maar altijd na een college alle stof doorgenomen die op Blackboard stond, ook al weet ik dat een deel van mijn mede-studenten dit niet nodig vond. Ook heb ik geoefend om beter te kunnen plannen door de wekelijkse deadline.

Voorstel eindcijfer: 8

Evaluatie Cursus

Toen ik aan de cursus begon was het me nogal onduidelijk wat er van ons verwacht werd. De uitleg over de 1.0 en 3.0 situatie leek voor mij geen verband te hebben met het beeld wat ik van beeldcultuur had. In de loop van de cursus werd me dit steeds duidelijker, en toen we begonnen met echt analyses maken van beelduitingen vond ik het een heel leuk vak.

Het enige puntje van kritiek wat ik heb is dat het soms lastig is de les te volgen omdat er nogal van de hak op de tak werd gesprongen. Er is vaak geen duidelijke lijn in de les zelf, ook al wordt er in principe maar één onderwerp wordt besproken worden er soms onderwerpen uit vorige colleges uit het niets bij gehaald, waardoor een nogal verwarrende structuur ontstaat.

Voor de rest heb ik er veel van geleerd, en heb ik Beeldcultuur met plezier gevolgd.

College #13: Nieuwe Vormen van Vertellen

In het gastcollege van Hille van der Kaa (1), geeft zij een aantal voorbeelden van nieuwe vormen van vertellen die mogelijk zijn gemaakt door het digitale tijdperk. Hierbij legt ze de nadruk op transmedia storytelling. Simpel gezegd: een verhaal wat over verschillende media wordt verteld.

Transmedia Storytelling
Lineariteit is uit. Gebruikersparticipatie en zelf het verhaal beïnvloeden zijn de nieuwe kernwoorden. Bij het transmedia storytelling kunnen gebruikers zelf kiezen op wel moment ze in het verhaal stappen (2). Er is geen duidelijk begin of einde meer, en ook de loop van het verhaal kan vaak door de gebruikers worden beïnvloed. Transmedia storytelling moet niet verward worden met crossmedia storytelling; bij crossmedia worden slechts meerdere kanalen gebruikt om hetzelfde verhaal over te brengen. Denk hierbij aan een film die je zowel op je tv als op je computerscherm kunt bekijken. Dit verandert het product, de film, niet (hoewel men hier over kan discussiëren). Bij transmedia storytelling zijn de ervaringen over de verschillende kanalen ook daadwerkelijk verschillend.

Bijvoorbeeld: Disney
Misschien wel een van de grootste gebruikers van transmedia storytelling is Disney. Disney verspreidt al zijn verhalen over tv, games, en zelfs in de werkelijkheid door pretparken zoals Disneyland Parijs. Zo werken in de game Kingdom Hearts een aantal Disney karakters als Mickey Mouse en Goofy samen met karakters uit compleet andere universa zoals Aerith en Yuffie uit Final Fantasy VII (3). De verschillende media vertellen verschillende verhalen over de karakters. Zo zullen de avonturen die Mickey en Goofy in Kingdom Hearts meemaken niet in de films of series verschijnen, wat het geval zou zijn bij crossmedia storytelling.

Waarheid raakt zoek
Doordat er steeds meer media worden betrokken bij een verhaal en deze vaak ook in de echte wereld overlopen, wordt de grens tussen werkelijkheid en fictie steeds vaker overstreden. Denk bijvoorbeeld aan de donorshow van BNN, waarbij het publiek wijs werd gemaakt dat een vrouw haar nier aan een van de drie doodzieke kandidaten ging doneren (4). Dit was een stunt voor het goede doel, waarbij ook snel werd uitgelegd dat er sprake was van doorgestoken kaart. Er worden echter steeds meer van dit soort media-stunts uit gehaald puur voor het amusement van mensen, als een soort levensecht spel waarin je zelf een rol kan spelen en het spel kan beïnvloeden. De vraag is dan waar de grens ligt. Hoe ver kunnen we gaan? Als we dit soort spellen met de waarheid toestaan, hoe lang nog totdat we niet eens meer het nieuws of de krant kunnen vertrouwen, slechts weer een publiciteitsstunt verwachtende?

Bronnenlijst:

1. Universiteit Tilburg, Beeldcultuur, 3 december 2012
2. Van der Kaa, Hille. Transmedia storytelling: trend of tool? Bekeken op 05-01-13 http://www.frankwatching.com/archive/2009/06/15/transmedia-storytelling-trend-of-tool/
3. Kingdom Hearts. Bekeken op 05-01-13 http://www.kingdom-hearts.com/nl/index.html
4. NOS. BNN Donorshow Nep. Bekeken op 05-01-13 http://nos.nl/artikel/62473-bnn-donorshow-nep.html