Sunday 2 December 2012

College #12: Beeldcultuur in een Digitale Samenleving

Net zoals de samenleving verandert, verandert ook de vorm van culturele uitingen. Er komen steeds meer grensoverschrijdende en interactieve initiatieven die de vroegere lineaire uitingen vervangen. In deze blog zal ik deze trend beschrijven, en de gevolgen hiervan voor een markt die mij heel erg interesseert: de boekenwereld.

Van toen (1)
Tot nu toe waren vertellingen altijd lineair. Dit past ook bij het mechanistische wereldbeeld van na de Verlichting: alles wordt hiërarchisch geordend, alle verbanden zijn oorzaak-gevolg. In een film zijn er nooit scenes die niets met de plot te maken hebben - alles wordt gedaan met een doel. Iedere scene volgt logisch op de vorige, zowel temporeel als ruimtelijk en vaak ook associatief. Theorieën zoals die van Bordwell (zie blog College #7 + #8: Syntagmatische Analyse) werken heel goed op deze logisch opgebouwde uitingen.

Naar nu
In de digitale samenleving is interactie het kernwoord. Dit past in het postmodernisme, wat er vanuit gaat dat wij nooit "de werkelijkheid" zien zoals hij is, en dat we altijd de wereld slechts zien door overgebrachte beelden (2). Postmodernisten wijzen concepten als "de waarheid" en "het onafhankelijke onderwerp" af. We moeten dus ook niet de wereld bekijken door de oorzaak-gevolg bril van het mechanistische wereldbeeld, want dat causale verband verzinnen wij, en is niet in de natuur aanwezig. Dit is in navolging van de filosofie van Hume, die als empirist verklaarde dat causaliteit in de natuur niet te zien is. Vooral op het internet zijn er talloze postmodern geïnspireerde initiatieven: denk bijvoorbeeld aan het invloedrijke Youtube, waar iedereen alles wat hij maar wil kan uploaden. Er is dan geen sprake meer van een hiërarchische rangschikking of een autoriteit die top-down beslissingen maakt.

In de boekenwereld: self-publishing
Met de komst van ebooks en ereaders, wordt het concept boek steeds breder. Het is niet meer slechts een papieren bundel, het is een medium wat altijd en overal op een computerchip meegedragen kan worden. Hoewel traditionele Amerikaanse uitgeverijen (de Nederlandse lopen wat dat betreft nogal achter) al voor een heel groot deel hun catalogus hebben gedigitaliseerd, is er aardig wat kritiek over de kosten van ebooks (3). Ze zijn vaak even duur of zelfs duurder als een fysiek boek.


Tientallen schrijvers zagen hun kans om de traditionele uitgeverijen te omzeilen, en om zelf hun boek te publiceren met behulp van het internet. Dit is onderhand enkele jaren geleden; het resultaat liegt er niet om. Op de website Smashwords (4), een initiatief waar je gratis je boek kunt uploaden en verkopen (door boek-giganten als Amazon en Barnes & Noble) zijn onderhand al 123557 (5) werken gepubliceerd. Dit getal bevat zowel hele korte verhalen van niet meer dan een bladzijde lang als epische werken van meer dan 100.000 woorden.

Self-publishing leek de ideale weg voor beginnende schrijvers om hun brood mee te verdienen. Je hebt geen kapitaal nodig, geen contacten. Je hebt geen baas, niemand die je vertelt wat je moet schrijven of hoe. De harde werkelijkheid is echter dat de gemiddelde self-published schrijver nooit genoeg zal verdienen om zijn vaste lasten mee te kunnen betalen (6).

De realiteit
Hoewel self-publishing een levensvatbaar alternatief is, zal het niet binnenkort de volledige boekenmarkt overnemen zoals velen dachten. Het vraagt een hele berg tijd en doorzettingsvermogen van de auteur. Hij moet zelf een editor zoeken, zelf voor zijn boek lobbyen, zelf een cover artiest vinden, zelf zijn werk promoten en zelf zijn financiën regelen. Voor veel auteurs is dit te veel gevraagd, en die lopen dan ook bijna onmiddellijk vast. Vervelender voor de consument is echter dat een groot aantal auteurs niet de tijd en het geld besteden aan een goede editor. Dit zorgt voor boeken die vol zitten met spelfouten, grammaticale fouten, zinnen die niet lopen, zinnen die halverwege ophouden of het feit dat de hoofdpersoon halverwege een andere naam krijgt.

Gebeurt dat allemaal echt? Als lezer van een groot aantal self-published boeken kan ik uit ervaring zeggen, dat gebeurt echt. Net zoals vele andere lezers ben ik erg afgeknapt op de gruwelijke kwaliteit van self-published boeken. Voor elk goed ge-edit boek zijn er honderd die dat niet zijn. Omdat iedereen een boek kan publiceren, is er geen kwaliteitscontrole meer die het kaf van het koren scheidt. Ik persoonlijk heb uiteindelijk de keuze gemaakt geen self-published boeken meer te lezen, tenzij ze worden aangeraden door een selecte groep van mensen.


Bronnenlijst:

1. Geïnspireerd door het college Beeldcultuur, Universiteit Tilburg
2. Heartney, Postmodernisme (2001)
3. Bekeken op 02-12-12 Mail Online: How a third of bestselling ebooks cost MORE than the same title in hardback http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2211022/How-bestselling-ebooks-cost-MORE-title-hardback.html
4. Bekeken op 02-12-12 https://www.smashwords.com/
5. Berekend op 02-12-12 16:08 GMT
6. Bekeken op 02-12-12 The Atlantic: The Cruel Paradox of Self-Publishing http://www.theatlantic.com/business/archive/2012/09/the-cruel-paradox-of-self-publishing/261912/

Monday 26 November 2012

College #11: Beeld en Werkelijkheid

Aangezien de huidige generatie opgegroeid is met een beeldcultuur, denken we vrijwel niet meer na over de relatie tussen het beeld en de werkelijkheid. Voor ons is het bijna vanzelfsprekend; jongeren zien vrijwel meteen als een foto of een beeld bewerkt is. We denken nauwelijks meer bewust na over of dat wat weergegeven wordt wel een ware afbeelding is van de werkelijkheid. Toch is dit een zeer interessant concept om te onderzoeken. Zo komt er bijvoorbeeld de vraag op: kunnen we ooit de werkelijkheid op een beeld vangen?

Drie situaties (1)(2)
  1. Representatief; het beeld is representatief voor de werkelijkheid en leidt tot een interpretatie, ook wel de "normale" situatie
  2. Interactief; het beeld beïnvloedt de werkelijkheid, dit komt vaker voor in de journalistiek
  3. Onvoorstelbaarheid/onbeslisbaarheid; de werkelijkheid is niet af te beelden of het is niet duidelijk of er sprake is van beeld of werkelijkheid
In een artikel door Van Driel en Coumans (2005) worden deze drie perspectieven uitgelegd aan de hand van Auschwitz en de Tweede Wereldoorlog. Zij gebruiken hierbij het semiotische schema wat al vaker is teruggekomen. Ik heb de situaties hieronder samengevat.


Deze theorie van verhoudingen tussen beeld en werkelijkheid hebben een duidelijk kenmerk: men gaat ervan uit dat er zoiets als dé werkelijkheid bestaat die al dan niet waarheidsgetrouw kan worden afgebeeld. Hoewel door een aantal filosofen het bestaan van een enkele werkelijkheid ontkend wordt, neemt dat niet weg dat dit model in de praktijk prima te gebruiken is. We kunnen het er namelijk wel over eens worden dat als ik een konijn op een foto van een vliegtuig photoshop, dat deze foto niet meer representatief is voor de werkelijkheid.

Werkelijkheid in Closure
Een spel dat op een innovatieve manier met de werkelijkheid omgaat is het indie-spel Closure (3). Om een algemeen idee van het spel te geven heb ik de trailer hieronder toegevoegd.


In Closure ben je een poppetje (er zijn verschillende karakters die in de loop van het spel gespeeld kunnen worden) en beweeg je je door een zwart-wit wereld. Het doel van het spel is om door de werelden heen te gaan en met sleutels deuren te openen. Om dit te doen moet je puzzels oplossen met behulp van licht.

Het leuke aan Closure is dat als iets niet belicht wordt, het niet bestaat. Als je net met je lampje over een solide vloer liep, val je in een zwart gat als je je lampje bent vergeten. Wat een ondoordringbare muur lijkt, kun je doorheen springen als je er niet op schijnt. Een van de meest onnatuurlijke ervaringen voor een gamer is als een lamp door een muur omhoog gaat, waardoor je bovenop het bewegende spotlight kunt gaan staan en zo technisch gezien in de muur staat. Alleen doordat de rest van de muur niet belicht is, wordt deze in Closure niet gezien als bestaande.

Het is interessant te zien dat zelf in een spel men een bepaalde verwachting heeft van werkelijkheid, ook al hoeft een spel zich helemaal niet te houden aan de restricties van natuurwetten en tijd en ruimte zoals wij die kennen. Toen ik Closure voor het eerst speelde ben ik een groot aantal keer door de vloer gevallen omdat voor mijn gevoel de vloer er was ook al zag ik hem niet. Het duurde toch wel een paar levels voor ik door had hoe de regels van het spel werkten, en het zorgde zeker voor een hele nieuwe puzzel-ervaring.

Bronnenlijst:

1. Gebaseerd op Van Driel & Coumans, Het onvoorstelbare. De werkelijkheid van het beeld (2005)
2. College Beeldcultuur, Universiteit Tilburg
3. Closure, Eyebrow Interactive. Bekeken op 06-01-13 http://closuregame.com/

Friday 2 November 2012

College #9 + #10: Pragmatische Analyse

In de afgelopen blogs heb ik bekeken op wat voor manieren je een beelduiting kan interpreteren (de paradigmatische en de syntagmatische analyse). Hierbij heb ik me niet beziggehouden met de validiteit van interpretaties: mogen we alles concluderen vanuit onze analyses, of zijn hier toch regels aan gebonden? Zijn alle interpretaties legitiem?

Drie visies op interpreteren
Op het interpreteren van beelduitingen (en ook andere culturele uitingen zoals boeken en muziek) zijn drie visies mogelijk (1). Er kan gekeken worden vanaf:
  • de auteur
  • het werk zelf
  • de kijker
Voor alle drie deze visies zijn er zowel voor- als tegenargumenten. Over welke visie gehanteerd moet worden is een aanhoudende discussie in de kunstwetenschap. Hieronder zal ik de argumenten voor en tegen bespreken van alle drie de visies, en vervolgens mijn eigen kijk op het probleem uiteenzetten.

De auteur
> Kern: Een uiting kan slechts ideologieën en boodschappen bevatten die de auteur hier bewust in heeft gezet. De uiting betekent slechts wat de schrijver ermee bedoelt.
> Voor: Perkt de interpretatie-vrijheid (ook wel de keuzeruimte genoemd) in. Om er achter te komen wat een schilderij betekent hoeven we dat slechts de kunstenaar te vragen. Ook worden anachronistische (niet bij de tijd van de kunstenaar passende) en andere onlogische interpretaties tegen gegaan.
> Tegen: De auteur is niet altijd bekend, of al onderhand overleden. We zullen dan nooit met zekerheid kunnen zeggen wat hij met zijn werk bedoeld heeft. Ook komt het vaker voor dat de auteur zich er helemaal niet over uit wil laten wat hij met zijn werk bedoelt.

Het werk
> Kern: Alle interpretaties moeten een grond in de uiting hebben. Een interpretatie is pas valide als hij verklaard kan worden vanuit de film zelf.
> Voor: Gevoelsmatig is dit een zeer valide oplossing. Het geeft een grotere keuzeruimte dan wanneer er uit gegaan wordt van de auteur, maar toch zijn niet álle interpretaties correct. Des te meer ze ondersteund worden met bewijs uit de tekst/film, des te sterker de interpretatie lijkt.
> Tegen: Er is geen plaats om ook invloeden die buiten het werk liggen mee te nemen. Zijn er bijvoorbeeld bepaalde ideeën die terug komen binnen het oeuvre van een schrijver? Deze worden niet meegenomen in een interpretatie waar slechts het werk centraal staat. Ook de tijd waarin het is gemaakt wordt geen rekening mee gehouden,

De kijker
> Kern: Alle interpretaties zijn valide. De kijker beslist zelf wat hij in een film ziet.
> Voor: We zien allen slechts een afspiegeling van de wereld. Er is geen één waarheid voor zover we die kunnen zien, dus waarom zou die er in de kunst wel zijn?
> Tegen: Geeft nogal rare complicaties: we kunnen marxistische ideeën projecteren op Griekse kunst en andere anachronismen. Ook geeft het geen enkele houvast: als alles mag, spreken we dan nog wel van een wetenschap?

Analyse van Sucker Punch
Om deze drie manieren van interpreteren te illustreren, heb ik de film Sucker Punch (2011) van regisseur Zack Snyder gekozen. Deze film is over het algemeen slecht ontvangen door critici. Vooral Snyder's weergave van de vrouwelijke hoofdpersonen in de film wordt bekritiseerd (2). Het leek mij interessant deze omstreden film vanuit verschillende visies te bekijken.


Sucker Punch vertelt het verhaal van een jonge vrouw die in een inrichting wordt opgenomen nadat haar stiefvader haar moeder en zusje vermoordt. Hier heeft ze fantasieën waarin ze tegen robots en draken vecht samen met andere patiënten, die uiteindelijk tot haar ontsnapping zouden moeten leiden. Voor de mensen die de film nog graag willen zien zal ik niet verder op de plot ingaan.

Over de bedoeling van zijn film is Zack Snyder in interviews nogal mysterieus. Zo verwijst hij naar de titel van de film, die "onverwachte klap of stoot" betekent als de belichaming van zijn doel (3). Hij probeert de kijker te verwarren, te shockeren: "I think sucker punch sums it up for me. Look, literally it’s like a mechanism in the film that kind of brings us back into reality I think". Voor hem is Sucker Punch open voor eigen interpretatie, maar wil hij vooral een film maken die voor fans die van actie houden aantrekkelijk is. Over de sexy geklede hoofdpersonen zegt hij het volgende: "When we see the action in the movie and the lights go down, the leering men sitting in a dark theater find girls that dress sexy and gyrate, and in my case that are gyrating with machine guns, that’s us!". Hiermee zegt hij dus eigenlijk zelf ook schuldig te zijn aan het objectiveren en het zien van de vrouwelijke hoofdpersonages als seks-objecten. Voor hem is niet het feit dat ze schaars gekleed zijn aantrekkelijk, maar het feit dat ze in het rond schieten en vechten. Hierbij valt af te vragen of dit niet even seksistisch is als het gluren van de mannen in het bordeel.


Een aantal elementen uit de film zelf vielen me op. Op de eerste plaats het overduidelijke thema van mannelijke oppressie. De hoofdpersonen worden in prostitutie gedwongen, en zelfs de strenge Russische danslerares is bezit van de eigenaar. Zo dragen ze dus de gehele film nauwelijks meer dan ondergoed. Opvallend is echter dat ze in de fantasiewereld van de hoofdpersoon niet meer bedekt zijn, maar nog steeds in korte rokjes en corsetten tegen monsters vechten.


Mij lijkt dat personen die uit een bordeel proberen te ontsnappen zich in hun fantasie graag zouden willen ontdoen van hun "stage persona". Het feit dat ze eigenlijk alleen nog meer op-gesekst worden laat mij denken dat dit misschien toch niet het opstand-verhaal is wat het op het eerste gezicht lijkt te zijn. Zelfs terwijl de hoofdpersonen proberen te ontsnappen blijven ze hangen in hun oude rol; dat van niet meer dan een lichaam. Dit wordt nog eens benadrukt door het feit dat er nauwelijks wordt gesproken over de verhalen van de meisjes. Ze zijn slechts een prostituee, niet meer. Ze hebben geen verleden, geen familie, geen verhaal. Een ander opvallend motief is het feit dat ze altijd tegen niet-menselijke vijanden vechten. Ze verslaan draken, droids en automatons, maar geen menselijke wezens. Slechts de grote baas, de leider van het leger, is in sommige fantasieën menselijk, maar dan alleen als afspiegeling van een persoon uit de werkelijkheid van het bordeel.

Vanuit de kijker zijn de interpretaties van Sucker Punch bijna eindeloos. Zo kun je de film bekijken als positief tegenover feminisme en als een revolutie van vrouwen tegen hun onderdrukker. Voor het tegendeel zijn ook argumenten: de hoofdpersonen blijven als seksobject weergegeven. De film kan ook als antinazistisch gezien worden, of juist als een film die geweld verheerlijkt. Ook kunnen parallellen getrokken worden met video games.

Mijn eigen interpretatie ligt tussen die van die vanuit de auteur en de film zelf in. Regisseur Zack Snyder probeert zijn film meer diepgang te geven dan de film daadwerkelijk verdient. Zoals hij zelf ook zegt gaat het eigenlijk alleen maar over een stelletje aantrekkelijke vrouwen die als in een computerspel tegen monsters vechten. Sucker Punch is een verhaal in een verhaal in een verhaal, wat een zeer interessant concept is, maar doordat er zo veel aandacht wordt besteed aan actie is er nauwelijks ruimte voor diepgang. Het verhaal van de meisjes is nauwelijks confronterend doordat ze eigenlijk niet meer zijn dan poppen die het verhaal doorlopen. Ze hebben geen persoonlijkheid, waardoor het de kijker vrij weinig uitmaakt wat er met ze gebeurt. Sucker Punch is niet meer dan hersenloos entertainment. Ik sluit me wat het feministisch element van de film aan bij het artikel van Moviefone. Zoals de schrijver van dat artikel raak opmerkt: "It's ridiculous to think that either girl would fantasize herself as a sexpot asskicker once imprisoned and forced into prostitution.


Bronnenlijst:

1. Van Driel, 2008-2
2. Moviefone: Girls on Film: Faux Feminism in 'Sucker Punch' http://blog.moviefone.com/2011/03/28/faux-feminism-in-sucker-punch/ bekeken 11-11-12
3. ComicBookMovie: Zack Snyder Explains the Meaning of Sucker Punch http://www.comicbookmovie.com/fansites/BrentSprecher/news/?a=33931 bekeken 11-11-12

Sunday 21 October 2012

College # 7 + #8: Syntagmatische Analyse

Als je een verhaal hebt beschreven in zijn elementaire onderdelen zoals dat wordt gedaan bij de paradigmatische analyse, ga je een stap verder: het analyseren van het verhaal. Het verschil tussen verhaal en plot wordt onder de loep genomen bij de syntagmatische analyse (syntagma is het Griekse woord voor "rangschikking").

Fabel en sujet
Bij iedere soort verhalende cultuuruiting (films, series, proza, verhalende poëzie) valt er een fabel en een sujet te onderscheiden (1). Ook wel fabula en syuzhet naar de Russische oorsprong van de thermen genoemd maken kunnen we met deze twee woorden een verhaal opsplitsen in twee elementen: het chronologische verhaal (fabel) en de manier waarop dit verhaal is weergegeven (sujet) (2). Deze onderverdeling stamt uit de narratologie, een tekstbenadering die de vertelwijze van verhalen bestudeert.

Bordwell: drie vertelwijzen
Bij het medium film is er nog een derde element te onderscheiden: de style (3). Waar het sujet de inhoud vormt, is de style de vorm waarin deze inhoud gepresenteerd word. Denk hierbij aan de technieken die gebruikt worden, de cameraposities, de instrumenten. Op de basis van fabel, sujet en style definieerde Bordwell (1985) drie vertelwijzen:
  • Klassieke vertelwijze: nadruk op de fabel (passend bij een mechanistisch wereldbeeld)
  • Art vertelwijze: nadruk op het sujet (passend bij een postmodern wereldbeeld)
  • Parametrische vertelwijze: nadruk op de style (passend bij vorm-experimenten)
Al deze vertelwijzen bevatten alle drie de elementen van fabel, sujet en style, maar hierbij is één zeer dominant over de anderen. Uiteraard bestaan er ook mengvormen waarbij het niet met duidelijkheid is te zeggen bij elke vertelwijze dit verhaal hoort. Als we terugkijken naar de film Black Swan (2010, Darren Aronofsky) is het lastig te bepalen of dit nou een klassiek verteld verhaal is of misschien toch richting art neigt: hoewel het verhaal chronologisch is verteld, is wat we zien niet betrouwbaar door de gekte van de hoofdpersoon. We zouden dus kunnen concluderen dat Black Swan een soort van mengvorm is van de klassieke en art vertelwijze.


De klassieke tegenover de art vertelwijze
Bij de klassieke vertelvorm is er altijd een duidelijke volgorde in het verhaal. Het begint altijd met een expositie (de introductie van de situatie, de personages en de omgeving), een plotpoint (het "probleem"), verwikkelingen (de situatie wordt steeds slechter, de hoop lijkt verloren), het tweede plotpoint (het begin van het einde), de climax (het probleem wordt al dan niet opgelost) en de afloop (meestal een "happy every after" (4). De nadruk in de klassieke vertelwijze ligt op het sujet, waarbij alle gebeurtenissen een oorzakelijk verband met elkaar hebben. Het draait bij de klassieke vertelwijze dan ook vooral om de gebeurtenissen van het verhaal, en niet de gedachten van de hoofdpersonen.

Dit is in tegenstelling tot de art vertelwijze, waarbij de input van de kijker en zijn constructie van het fabel centraal staat. De nadruk ligt op de motivaties en gevoelens van de hoofdpersoon. De gebeurtenissen in het verhaal zijn slechts ter illustratie van deze motivaties en gevoelens. Het achterliggende wereldbeeld is een die recht tegenover het causale wereldbeeld van de klassieke film ligt. Dit post-moderne wereldbeeld gaat ervan uit dat de wereld gebaseerd is op toeval en irrationaliteit, en drukt dit uit in films door een spanning te creeëren tussen het kunstwerk en de realiteit. Dit kan onder andere door de kijker er uitdrukkelijk van bewust te maken dat hij naar een film kijkt, in tegenstelling tot de klassieke film waarbij men het verhaal zo "natuurlijk" mogelijk probeert weer te geven.

De mengvorm van Black Swan
Als we dan terug gaan kijken naar welke elementen van de klassieke en de art vertelwijze in Black Swan terug komen, valt het volgende op. Het verhaal volgt voor een deel de klassieke vertelwijze: allereerst ontmoeten we Nina en haar omgeving (expositie) en komen we bij het eerste plotpoint (ze wil de hoofdrol van het Zwanenmeer dansen). De film eindigt uiteindelijk met de eerste show die ze als hoofdballerina danst (climax). Tussen deze elementen is echter wat vreemds aan de hand; alle veronderstellingen die worden opgeroepen in het eerste deel van het verhaal worden aan de kant geschoven. De film lijkt op eerste gezicht te gaan over een ballerina die ervoor moet strijden om de hoofdrol te krijgen - de hoofdrol krijgt ze echter vrijwel meteen. Dan lijkt het alsof een van haar medespeelsters deze hoofdrol af probeert te pakken, maar later in de film wordt het weer onzeker of dit wel echt zo is. Dit is een typisch kenmerk van de art film; de hypotheses die het verhaal opwekken (door onze klassieke opvoeding) worden continu verworpen, waardoor de film de kijker geen houvast biedt.



Een ander kenmerk wat wijst op een art vertelwijze zijn de onbetrouwbare scenes. Er zijn meerdere scenes in Black Swan die geen duidelijke chronologie aanduiden. Misschien zijn ze chronologisch, maar misschien ook niet. Een belangrijkere vraag is nog wel: zijn deze scenes daadwerkelijk gebeurd? Vooral richting de climax zijn er twee verschillende versies van een bepaalde gebeurtenis, en het wordt volledig in het midden gelaten welke van deze twee de werkelijke gebeurtenis weergeven. Of misschien is er wel iets helemaal anders gebeurd en zijn ze alletwee onbetrouwbaar?

De manier waarop de film is gefilmd draagt in de meeste scenes de klassieke kenmerken. Hoewel er in de dansscenes vaak gebruik wordt gemaakt van lange shots (zoals in de scene die ik voor de paradigmatische analyse heb gebruikt) is het overgrote deel van de film gefilmd volgens conventies van de klassieke vertelwijze. Shots worden op een voorspelbare wijze afgewisseld en ook vanuit een natuurlijke camerapositie opgenomen.

Conclusie
Black Swan is dus ruw gezegd een art film met een klassiek jasje. Hij vervreemdt door middel van de inhoud van de film, maar stelt de kijker gerust de klassieke camera-conventies te respecteren. De film lijkt op het eerste gezicht een klassieke thriller, maar hoe verder je in de film komt des te bizzarrer dat hij wordt. Ik denk dat het grote success van deze film ook mede is bepaald door het feit dat hij art en klassiek op een natuurlijke wijze met elkaar verwerkt. Een pure art film wordt vaak gezien als saai en langdradig, en een pure klassieke film is vaak voorspelbaar. Door deze twee vormen met elkaar te mengen ontstaat er een geheel dat voor een spannende en onvoorspelbare mix zorgt, die veel mensen aan lijkt te spreken. Ik denk dan ook dat de toekomst van de film niet in het pure post-moderne ligt, maar juist in een mengvorm van alle stijlen.


Bronnenlijst:

1. College Beeldcultuur, Universiteit van Tilburg
2. Brooks, P. (2002). Narrative Desire. Narrative Dynamics: Essays in Time, Plot, Closure, and Frames.
3. Bordwell, D. (1985). Narration in the fiction film. University of Wisconsin Press.
4. Van Driel (1991), naar Bordwell (1985)

Saturday 29 September 2012

College #5 + #6: Paradigmatische Analyse

Vanuit de semiotiek (1) van de afgelopen weken zetten we nu een stap richting het bekijken van beelduitingen. Hoe kunnen we deze vanuit een wetenschappelijk standpunt bekijken? Een manier om naar een film, serie of andere vorm van bewegende beelden te kijken is door middel van paradigmatische analyse.

Paradigmatische Analyse
Voordat we inhoudelijk naar de paradigmatische analyse kunnen kijken zullen we eerst moeten definiëren wat dit inhoudt. Peirce maakt een semiotisch onderscheid tussen drie categorieën waarmee alles in de wereld beschreven kan worden: firstness, secondness en thirdness (2). Samengevat betekent dit (3):
(4)
  • Firstness: de wereld van de mogelijkheden
  • Secondness: de feitelijke keuze, de actie
  • Thirdness: patronen, gewoontes, de daaropvolgende wetmatigheid
Volgens dit principe kunnen we een paradigma beschrijven als firstness, en een syntagma (een term die ook bij de paradigmatische analyse hoort) als secondness. Een paradigma is dus een deel, een bouwsteen van de uiting. Het syntagma is de combinatie van paradigma´s die daadwerkelijk wordt gebruikt. Als illustratie: de blokkentoren hiernaast is bijvoorbeeld opgebouwd uit verschillende paradigma´s. Er is een grote keus aan blokken, er zijn gele, groene, blauwe en rode. Hiernaast zijn er van elk één gebruikt, in een bepaalde volgorde. Deze blokken die gebruikt worden en de volgorde waarin ze op elkaar gestapeld zijn is de syntagma.

Bij de paradigmatische analyse wordt dus een uiting stukje voor stukje bekeken, om te proberen zo sec mogelijk tot een uitspraak over deze uiting te komen.

Kritiek
Het is echter onmogelijk om een culturele uiting volledig objectief te beschrijven. Om dit probleem te illustreren grijpen we terug op een illustratie die meerdere malen in de colleges Beeldcultuur is terug gekomen (3).
(5)

Iedere keer dat we een gedachte, iets wat we zien, een cultuuruiting, beschrijven doorgaan we de cirkel object > teken > interpretant. Het is onmogelijk om vanuit een object direct tot interpretant te gaan. Dat betekent dat een object altijd door tekens zal moeten worden omschreven die vervolgens altijd door een persoon worden geïnterpreteerd. Hier ontstaat het fundamentele probleem dat door ieder mens een beeld of cultuuruiting altijd anders zal worden omschreven. Zelfs bij het beschrijven van een allerkleinste eenheid zal de woordkeuze, en dus ook de interpretant, verschillen. Hierbij kan er dus nagedacht worden in hoeverre het dan betekenis heeft om deze kleinste elementen zo sec mogelijk te beschrijven.

Analyse van Black Swan

Aan de hand van een scene uit de film Black Swan (2010) zal ik een paradigmatische analyse geven. Black Swan is een psychologische thriller die balletdanseres Nina volgt. Nina krijgt de kans om Het Zwanenmeer te dansen, maar voor de rol van de zwarte zwaan Odile moet ze loskomen en meer gevoel in haar dans leggen. Des te meer ze zichzelf "los laat" blijkt dat haar terughoudendheid het enige was wat tussen haar en haar waanzin in stond.

In dit fragment zien we Nina de opening van Het Zwanenmeer dansen als princes Odette.



Muziek leidt de scene in - het beeld blijft zwart. Pas na enkele noten zien we de ballerina Nina verschijnen. Ze staat in het midden van het beeld en er is een groot deel van haar omgeving te zien. Dit zou een establishing shot kunnen zijn, ware het niet dat de gehele omgeving zwart blijft. Dit is zeer opvallend; de uitvoering is in een grote zaal waar honderden mensen in zitten, maar in deze gehele scene komen zij niet in beeld. Er wordt volledig gefocust op Nina.

Na het establishing shot wordt er op Nina's voeten ingezoomd, die we volgen terwijl zij over de vloer heen danst. De nadruk op haar voeten (we volgen haar voeten voor wel 20 sec, waarna pas weer haar lichaam langzaam in beeld komt) kan wijzen op Nina's controle en vasthoudendheid. Ook is het opvallend dat ze in en uit de spotlight danst - op het randje van licht en duisternis. Deze lijn kan ook doorgetrokken worden naar haar geestelijke gezondheid; ze bevindt zich op de afgrond van waanzin.

Dan verschijnt de zwarte prins en beweegt de camera mee over zijn schouder. Vanaf dat moment horen we ook geluiden die niet alleen met de muziek te maken hebben: een zucht van Nina, de luchtverplaatsing als ze zich omdraait. We horen haar ademen, ze is niet meer de afstandelijke perfecte ballerina. De scene krijgt een surrealistisch karakter als de prins opeens van gedaante verandert in een soort van duistere vogelverschrikker. Vanaf dat moment worden zowel de muziek als de camerabewegingen erratischer en drukker, en krijgen we steeds meer glimpsen van Nina's gezicht die in paniek lijkt te raken. Als de prins uit het beeld verdwijnt blijft de camera op Nina's gezicht gefocust, totdat ze als een zwaan wegtrippelt. Op het ritme van de beweging van haar armen horen we het geruis van vleugels, een ander teken dat er iets niet helemaal klopt aan de scene. Op het einde fade het beeld terug naar zwart.

Bronnenlijst:

1. Celine Frohn, 2012 http://beeldcultuurceline.blogspot.nl/2012/09/college-3-semiotiek.html
2. Peirce, 1904
3. College Beeldcultuur, Universiteit van Tilburg
4. Origineel http://www.lockfast.nl/nl/index.php?p=90 Bekeken op 29-09-2012
5. Naar Van Driel, 2004

***

Zelfbeoordeling
Als een cijfer voor mijn blog zou ik mezelf een 7 geven. Ik begrijp de lesstof goed, en zoek hier vaak ook nog extra informatie over op. Ook heb ik alle kritiek die ik heb gekregen direct in mijn blog verwerkt (geen bronvermelding, meer plaatjes, kortere regels, tussenkopjes gebruiken). In de komende weken ga ik streven door middel van kritisch tegenover de leerstof te staan mijn blog te verbeteren tot een 8.

Sunday 16 September 2012

College #3 + #4: Semiotiek

Hoe komen tekens tot stand? Hoe kennen wij betekenis toe aan verkeersborden, aan pictogrammen op het vliegveld, of gewoon in de Nederlandse taal? Hier denken we normaal niet over na, omdat het voor ons een automatisch proces is om aan een bepaald teken een betekenis te geven. Als iemand een hand opsteekt, gaan we er in de meeste gevallen vanuit dat dit een teken is voor een begroeting. Dit zelfde gebaar kan echter ook geïnterpreteerd worden als een teken tot stoppen. De studie die zich bezig houdt met definities van de begrippen "teken" en "betekenis" is de semiotiek. In de woorden van Parret: "Het object van de semiotiek is het oprijzen van de betekenis". (1)

Tekens
Voordat we verder inhoudelijk kunnen kijken naar de begripsvorming, zullen we eerst tot een definitie van een teken moeten komen. (2)(3) Voor de hand liggend is dat een teken waarneembaar moet zijn. Dit betekent echter niet dat het teken voor iedereen als een teken zodanig herkenbaar hoeft te zijn. Zo kan iemand die heel analytisch een film bekijkt bepaalde dingen opvallen, waar een leek volledig langs kijkt.

(4)

Een volgend eigenschap van een teken is dat het verwijst naar een afwezige. Een heel simpel voorbeeld hiervan is een foto van een persoon. Deze persoon bevindt zich op dit moment (hoogstwaarschijnlijk) niet meer waar de foto was genomen. De afbeelding verwijst slechts naar een moment dat deze persoon daadwerkelijk voor de camera stond.

De derde eigenschap van een teken is dat het een betekenis heeft voor een bepaalde groep mensen. Dit kan ook een groep van slechts één persoon zijn maar ook de mensheid in z'n algemeen. Bij deze groep mensen zal dit teken dus een reactie oproepen. Een schematische voorstelling van de verbanden tussen deze begrippen is hierbeneden weergegeven.

(5)

Analyse
Een manier om tekens te analyseren is door referentiële analyse. Tekens staan voor een afwezige, ook wel de referent genoemd. Er zijn drie mogelijke verbanden die er tussen het teken en de referent kunnen staan. De volgende tabel geeft deze drie mogelijkheden weer.

(6)
Iconische Relatie
De iconische relatie tussen teken en referent is de meest universele van de drie. De relatie is gebaseerd op gelijkenis en tekens krijgen hun betekenis doordat ze op verschillende vlakken op de referent lijken. Een voorbeeld van iconen vinden we in tekeningen, pictogrammen of foto's.

Indexicale Relatie
Bij een indexicale relatie wordt er niet een beroep gedaan op het op elkaar lijken van teken en referent, maar op het feit dat teken en referent nabij zijn aan elkaar. Denk hier bijvoorbeeld aan rook. Als we rook waarnemen zien we dit vaak als tegen van vuur, omdat rook de oorzaak is van een vuur. 

Symbolische Relatie
De symbolische relatie baseert zich op afspraken. Tussen teken en afwezige is geen uiterlijk noch feitelijk verband. Het beste voorbeeld hiervan is taal. Behalve bij onomatopeën is er geen verband tussen het woord en het object waarnaar verwezen wordt. Deze verbanden kunnen slechts aangeleerd worden en door eigen ervaringen met de wereld te interpreteren, zoals bij indexicale en iconische tekens het geval is.

Combinatie van Relaties
Het is echter niet zo dat een teken slecht puur een van deze relaties kan vertonen. Terugkerend op het voorbeeld van een foto, kan deze vanuit zowel een iconisch als een indexicaal perspectief bekeken worden. Het iconische perspectief is hierboven al besproken. Een indexicaal kenmerk zou kunnen zijn dat de foto verwijst naar het feit dat er op een bepaald moment een fotograaf heeft moeten zijn geweest die deze foto heeft genomen. Deze fotograaf wordt niet afgebeeld, maar is de oorzaak van de foto. Deze relatie is dus indexicaal en niet iconisch.

Vaak zijn tekens dus niet simpelweg in een van de drie categorieën in te delen. Het komt voor dat er een referent zelfs naar alle drie deze relaties verwijzen. Een veel voorkomend voorbeeld is een foto die representatief is geworden voor een bepaalde historische gebeurtenis.

(7)
Deze afbeelding van Hitler verwijst in de eerste plaats naar Hitler zelf. Hij heeft op een bepaald moment in deze houding voor de camera gestaan, en deze afbeelding lijkt zeer op hoe hij er toen bij stond. Dit geeft een iconische relatie weer. Niet afgebeeld is de fotograaf. Toch nemen we aan dat er op dit vastgelegde moment zich er een persoon achter de camera bevond en deze foto heeft gemaakt. Dit is een voorbeeld van een indexicale relatie bij deze foto. De symbolische relatie is altijd een stuk abstracter dan de iconische of indexicale. De afwezige staat ver weg van het teken en heeft slechts door conventies betekenis gekregen. In dit geval zijn er een aantal tekens die een symbolische relatie hebben met het nationaalsocialisme: het hakenkruis op Hitler's arm en de Hitlergroet.


Bronvermelding

1. Parret, 1991
2. Naar Van Driel 2004
3. College Beeldcultuur, 2012
4. Bewerkt Celine Frohn, 2012 (Origineel http://www.fakeposters.com/posters/when-you-see-it-vader/ bekeken op 16-09-2012)
5. Naar Van Driel 2004
6. Celine Frohn, 2012 (Naar Van Driel 2004)
7. Bekeken op 16-09-2012 http://www.jewishvirtuallibrary.org/jsource/Holocaust/hitler.html

Saturday 8 September 2012

College #2: Verschuivende Wereldbeelden

Voordat er computers waren, voordat er überhaupt pennen en potloden waren, of enige andere vorm van schrijfgerei, communiceerden mensen uitsluitend met woorden en gebaren (College Beeldcultuur, 2012). In deze orale cultuur was het nú en niet het verleden belangrijk. Met de opkomst van het schrift vond er een verschuiving plaats in de manier van leven en communiceren. Anno 2012 vindt er weer een nieuwe verschuiving plaats; die van een schrift- (of beeld)cultuur naar een digitale cultuur.

Orale Cultuur
Een cultuur die gebaseerd is op het mondeling overdragen van informatie, zal waarschijnlijk ook zijn ingericht op een manier die hierbij past. Door middel van een literatuuronderzoek heeft Willemen een beeld geschetst van een orale cultuur en de mensen hierin (1). In dit literatuuronderzoek benoemt hij een aantal kenmerken waarvan er hieronder een aantal worden uitgezet tegen de kenmerken van een schrift- en beeldcultuur (2).


Schrift- en Beeldcultuur
Een aantal kenmerken van een beeldcultuur worden hierboven al beschreven, zoals deze worden vermeld door Van Driel (3). Door het gemak van het schrift is het niet meer nodig om ons langetermijngeheugen te trainen zoals bij een orale cultuur het geval is. Hiervoor in de plaats zijn andere vaardigheden gekomen: produceren en interpreteren van geschreven teksten. Dit fenomeen van een aantal intellectuele vaardigheden externaliseren beginnen we ook waar te nemen bij de verandering van een beeldcultuur naar een digitale cultuur.

Pad naar een Digitale Cultuur
Sinds de komst van het internet hebben we toegang tot een oneindige stroom kennis, altijd en overal. Om hiermee om te kunnen gaan moeten we een nieuwe set vaardigheden ontwikkelen, namelijk die van het informatie sorteren, beoordelen en bekritiseren. Door continue ontwikkelingen op digitaal vlak nemen computers dit ordenen van informatie voor een deel van ons over. Een voorbeeld van zo'n "slimme zoekmachine" is Izito, een zoekmachine die meerdere zoekmachines combineert en vervolgens de belangrijkste resultaten voor je op een rijtje zet (4).

Volgens de theorie van Van Driel zou er dus een soort van "leegte" in onze hersenen komen, die we kunnen gebruiken om andere vaardigheden te leren. Het lijkt erop dat het multitasken deze leegte zal opvullen. Vooral jongeren staan er nog wel eens om bekend om tegelijk een computerspel open te hebben staan, met hun groepsgenoten communiceren via social media, met een mooi muziekje op, en beweren zich prima te kunnen concentreren op hun huiswerk.

Multitasken
Maar is dit multitasken eigenlijk wel zo efficiënt? Volgens het onderzoek van Stroop, wat een standaard in de psychologie is geworden wordt er aangetoond dat het menselijk brein niet moeiteloos tussen taken kan schakelen (5). Het kan slechts één taak tegelijk verrichten, en als het wordt geconfronteerd met een aantal taken tegelijk, voert het eerst geautomatiseerde taken uit en vervolgens pas de taken die echt denkwerk vereisen. In een artikel over dit fenomeen in de Elsevier wordt het gevolg van multitasken op de werkvloer samengevat (6).


Discussie
Het is duidelijk dat er meer contemporain onderzoek over dit onderwerp nodig is voordat er een uitspraak kan worden gedaan over de effecten van multitasken. Het onderzoek van Stroop is meer dan zeventig jaar oud en mogelijk niet meer relevant in deze tijd. Misschien kunnen de kinderen van deze digitale tijd daadwerkelijk meerdere taken tegelijk vervullen, in tegenstelling tot hun voorouders die nog uit de beeldcultuur stammen. Of het is inderdaad maar schijn dat multitasken werkt, en kunnen we beter terug naar het één voor één vervullen van onze taken. Het enige wat ik zeker weet is dat ik tijdens het schrijven van deze blog heerlijk heb genoten van een CD en zonder het verliezen van mijn concentratie de persoonlijke blog van een vriend heb gelezen.

Bronnenlijst:

1. Willemen, 2004
2. Frohn, 2012
3. Van Driel, 2001
4. Bekeken op 08-09-2012 http://www.izito.nl/?sttname=about
5. Stroop, 1935
6. Bekeken op 08-09-2012 http://www.elsevier.nl/web/Stijl/Gezondheid-Gezin/Gezin/57411/Multitasken-Alles-tegelijk-doen-werkt-niet.htm

Tuesday 28 August 2012

College #1: Van 1.0 Naar 3.0

Sinds het internet een standaard medium is geworden in de Westerse wereld, is er steeds meer vraag naar een nieuwe manier van onze samenleving te organiseren. Deze blog is geschreven naar aanleiding van het college Beeldcultuur (1).

Van 1.0 naar 3.0
Waar vroeger alle macht in handen lag van een selecte groep mensen, zowel op kleine schaal zoals binnen het onderwijssysteem als op grote schaal zoals de regering van een land. Informatie werd slechts van boven af verspreid en er was geen enkele interactie tussen deze instituties en ons, het volk. Deze uitgangssituatie wordt ook wel de 1.0 situatie genoemd. Deze wordt vooral gekenmerkt door zijn statische karakter.

Vooral door de ontwikkeling van het internet, een platform waarin iedere contributeur gelijkwaardig is, is een zogenaamde 3.0 situatie een mogelijkheid. Op het internet wordt er informatie uitgewisseld in plaats van deze door te geven. Er wordt een grote nadruk gelegd op interactie. In de 3.0 situatie is de afstand tussen instanties en ons bijna verdwenen.

1.0 en 3.0 in het onderwijs
Het onderwijs in de 1.0 situatie is statisch, met de leraar of professor die boven de leerling staat, en de leerlingen door middel van hoorcolleges in zijn kennis deelt. In de 3.0 situatie zouden deze hoorcolleges volledig verdwenen moeten zijn, en nemen dynamische onderwijsvormen waar constante feedback centraal staan over. Een voorbeeld hiervan is de vooruitstrevende website ted.com, waar een grote verzameling zogenaamde TedTalks met de wereld worden gedeeld. Dit zijn korte presentaties over verscheidene onderwerpen, die door iedereen gratis bekeken kunnen worden. Een ander voorbeeld is het schrijven van een blog waarop medestudenten en de leraar kunnen reageren en opbouwende kritiek kunnen geven.

Reflectie
Er zijn zowel voor- als nadelen aan deze manier van lesgeven. Als nadeel kan genoemd worden dat het leerlingen onzeker maakt. Op mijn middelbare school is er al eens geëxperimenteerd met het lesgeven conform de 3.0 situatie (2) en een groot deel van mijn medeleerlingen voelden zich "in het diepe gegooid" en onzeker over wat er van ze verwacht werd. Het experiment was onsuccesvol in de zin dat de consensus was dat men tijdens het experiment minder had geleerd over de stof dan tijdens de standaard 1.0 lessen. Tijdens het experiment werd er absoluut geen begleiding gegeven tenzij de leerling hierom vroeg. Dit verschilt met de aanpak tijdens de cursus Beeldcultuur, waar er eerst wordt uitgelegd hoe deze vorm van onderwijs werkt, en de leerlingen in de loop van de cursus steeds vrijer worden gelaten.

Daar tegenover staan de voordelen, waaronder het feit dat er meer vaardigheden worden aangeleerd in de 3.0 situatie. Communicatie tussen leerlingen onder elkaar en de leerlingen met de leraar staat centraal, waardoor het sociale aspect en het zich kunnen uitdrukken word getraind. Ook het kunnen geven van presentaties is waardevol in de latere carrière van universitaire studenten.

Het succesvol zijn van een 3.0 onderwijsvorm ligt aan talloze factoren (niet vergeten moeten worden bijvoorbeeld de mate van vrijheid, de leeftijd van studenten of de leservaring van de docent). Alleen de tijd zal ons leren hoe dit nieuwe leren uitpakt voor de Beeldcultuur studenten van dit jaar.

Bronnenlijst: 
1. Beeldcultuur, Tilburg Universiteit, 2012
2. Levensbeschouwing, Bernardinuscollege, 2010